De United Grand Lodge of England heeft de voorbereiding van haar 300e verjaardag al aangevat: John Hamill - noem hem maar de hoofdbibliothecaris van de UGLE - is hiervoor als verantwoordelijke aangesteld. Op 24 juni 1717 kwamen vier Londense loges immers samen in de herberg The Goose and Gridiron en werd de grootloge, onder de benaming Grand Lodge of London and Westminster, boven het doopvont gehouden. Maar hoe lang bestonden de vier stichtende leden al? Gingen hun wortels terug tot de verenigingen van bouwvakkers die in de tweede helft van de 17e eeuw het grotendeels door brand verwoeste Londen wederopbouwden? Of kwamen ze ergens anders vandaan? Hoe dan ook was geen enkele van de oorspronkelijke vrijmetselaars anno 1717 ooit effectief metselaar met stenen en mortel geweest. Bijkomend probleem: werd het principe van vrijmetselarij, zoals wij dat vandaag kennen met rituelen, symbolen, gradensystemen en inwijdingen, rond 1717 effectief in Londen op muziek gezet, of waren de Schotten eerst? In Schotland, officieel in 1707 via de Act of Union opgegaan in het Verenigd Koninkrijk, bestond er immers al zoiets als 'vrijmetselarij' al vele decennia eerder. De Schotten, vertegenwoordigd door de Grand Lodge of Scotland, beweren uiteraard dat zij de initiatiefnemers waren, en dat de Londense loges een afkooksel van het origineel moesten worden genoemd. Hoe dan ook zouden James Anderson en J.T. Desaguliers in de jaren 1720 de Engelse en Schotse wortels van de vrijmetselarij met elkaar in overeenstemming brengen. Het resultaat daarvan is te lezen in de Constituties van Anderson, eerste versie 1723 en tweede 1738.
Of de 17e-eeuwse Schotse vrijmetselarij met recht en reden zo genoemd mag worden is een vraagstuk dat academici ook bezig houdt. David Stevenson is in dat register de autoriteit. Stevenson zelf is trouwens geen vrijmetselaar, maar toonde in eerder werk al aan dat er - althans in het Schotse geval - een rechtstreekse lijn te trekken is tussen vakverenigingen en speculatieve vrijmetselaarsloges. Deze lijn bestaat niet, of is hoogst discutabel, wat de Engelse maçonnieke werkplaatsen aangaat.
Een status quaestiones van de geschiedenis naar de Schotse wortels van de vrijmetselarij werd door Stevenson in het recente nummer van het peer-reviewed (wat wil zeggen: gelezen en beoordeeld door collega-academici) vaktijdschrift Scottish Historical Review neergepend: hier te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten