Alles over vrijmetselarij en genootschappen: geschiedenis, reviews, weblinks.

maandag 24 september 2007

De Tuin van Heden

Afgelopen vrijdag 21 september werd ere-rector Els Witte aan de Vrije Universiteit Brussel gehuldigd naar aanleiding van haar emeritaat. Ter gelegenheid werd een "liber alumnorum" (niet amicorum) aan de gevierde en aan het publiek voorgesteld. In dit zeer lijvig boek worden 15 artikels over de stand van onderzoek naar thema's uit de contemporaine historiografie samengebracht. De behandelde thema's zijn politieke partijen, vakbewegingen, feminisme, Vlaamse Beweging, intellectuelen, politieke elites, sociaal beleid, cultuurbeleid, kolonialisme, militaire geschiedenis, politicologie, communicatiewetenschappen en vrijmetselarij, waarbij de bijdrage van ondergetekende afkomstig is. In alle eerlijkheid en in valse bescheidenheid is dit een sleutelwerk voor iedereen die zijn weg wil banen in het wetenschappelijk onderzoek naar deze thema's. Het nadeel aan dit werk is echter de beperkte houdbaarheid: het gaat natuurlijk om de stand van zaken anno 2007. Geen geschikte trein- of bedlectuur, dat niet, maar wel een referentiewerk dat in iedere ernstige bibliotheek thuishoort.
KOPPEN (Jimmy). 'Tussen wetenschap en pseudo-historiografie. Onderzoek naar vrijmetselarij in België,' pp.209-231.
VANTHEMSCHE (Guy), DE METSENAERE (Machteld) & BURGELMAN (eds.). De Tuin van Heden. Dertig jaar wetenschappelijk onderzoek over de hedendaagse Belgische samenleving. Een bundel studies aangeboden aan professor Els Witte naar aanleiding van haar emeritaat. Brussel,VUBPRESS, 2007, 658 p.

woensdag 19 september 2007

Shriners

Het motto “het leven is al ernstig genoeg” lijkt ook voor de Amerikaanse vrijmetselarij van toepassing te zijn. Amerikanen staan nu eenmaal niet bekend om hun ingetogenheid en bescheidenheid. Op het vlak van de Amerikaanse maçonnerie is dat anders. Niet alleen maken Amerikaanse vrijmetselaars zelden of nooit een probleem van hun logelidmaatschap: ze lopen er soms uitdrukkelijk mee te koop. Ringen met opzichtige passers en winkelhaken, baseball-petjes met de slogan “Proud to be a Mason” en reclameboodschappen op tv – op youtube en andere videosites zijn er meerdere voorbeelden te bekijken – zijn daar helemaal niet eigenaardig. De meest opvallende – en zoals je wil, meest lachwekkende – uiting van Amerikaanse en maçonnieke inspiratie is de Ancient Arabic Order of the Nobles of the Mystic Shrine, kortweg “The Shrine”. “Shriners” behoren tot de één van de grootste en meest populaire para-maçonnieke genootschappen. Iedere shriner is trouwens steeds vrijmetselaar, maar niet iedere vrijmetselaar is een shriner. Shriners zeggen van henzelf dat “(they) are dedicated to fun and fellowship... but with a serious purpose”. Over heel de Verenigde Staten bezitten en beheren ze 22 kinderziekenhuizen, die haast gratis werken.
Maar waar komen die shrines vandaan? In de eerste decennia van de 19e eeuw werd alkohol systematisch uit de maçonnieke tempels verbannen, zodat tegen 1850 zowat iedere Grootloge was drooggelegd. Dat gold niet enkel voor de bijeenkomsten van de blauwe graden, maar ook van de hogere graden. De maçonnieke arbeid werd bijgevolg, zowel letterlijk als figuurlijk, een droge bedoening. In 1870 kwamen enkele New Yorkse broeders regelmatig samen in een plaatselijk restaurant. Het gesprek ging vaak over het gebrek aan amusement in de werkplaats. Eén van hen, een rondreizend acteur genaamd Billy Florence, vertelde op een keer dat hij na afloop van een voorstelling voor een Ottomaans diplomaat in Marseille een licht amusementsstuk bijwoonde. In die periode gebeurde het wel vaker dat ernstig toneelwerk werd gevolgd door een wat luchtigere afsluiter. In dit geval werd er een korte, muzikale komedie opgevoerd over een oud, geheim genootschap, en dat zich ergens in het midden-oosten afspeelde. De acteurs en zangers droegen Arabische kostuums en aan het slot werd het hele publiek ingezworen als leden van dit fictieve genootschap met hoog entertainmentgehalte.
Eén van de andere aanwezigen in het New Yorkse restaurant, dr. Walter Fleming, vond dit een geweldig concept. Samen met de drie andere broeders werd er ter plaatse een soort van mystiek Arabisch en maçonniek ritueel verzonnen. In 1872 werden deze wilde plannen in werkelijkheid omgezet door de oprichting van The Mecca Temple of the Ancient Arabic Order of the Nobles of the Mystic Shrine, met Fleming aan het hoofd als “potentate”. Er werden bijpassende “regalia” gezocht, zoals de Marokkaanse fez met zwarte kwast, met daarop een juweel samengesteld uit een halve maan, een vijfpuntige ster, een zwaard en een sfinksenhoofd.
In de eerste jaren bleef The Shrine vrij beperkt van omvang. Maar vanaf 1876, met nieuwe, uitgebreide inwijdingsritualen, de invoering van een verzonnen geschiedenis en een intensieve PR-campagne, ging het het genootschap voor de wind. In 1890 waren er 50 shrinetempels in de Verenigde Staten en Canada met 7 500 leden; in 1900 waren er dat al 79 met 50 000 leden. Symboliek en intellectuele diepzinnigheid moest er niet worden verwacht: daarvoor diende de “normale” werkplaats. Drank, eten, sigaren en andere vormen van gezelligheid des te meer.
In de nasleep van een polio-epidemie in 1919 besliste The Imperial Grand Council – het hoofdbestuur van The Shrine – om een eerste kinderhospitaal te bouwen. Patiënten onder de 14 jaar, en later onder de 18 jaar, wiens ouders een ziekenhuisopname niet konden betalen, werden gratis behandeld, ongeacht religie, huidskleur of nationaliteit. Vandaag besteden de shriners, aan de hand van schenkingen, lidgelden en liefdadigheid, dagelijks $ 1 600 000 aan de instandhouding van hun 22 kinderziekenhuizen.
Shrines hebben een inwijdingsritueel met veel dramatiek, waarbij de kandidaat “het hete woestijnzand” moet doorkruisen. Shrinetempels of Shrinecentra, zoals ze meestal vandaag worden genoemd, zijn zeer groot in omvang, zodat vaak honderden tot duizenden leden tegelijk aanwezig kunnen zijn. Vaak zijn er maar enkelen per Amerikaanse staat. Iedere tempel heeft zich daarom opgedeeld in clubs of eenheden, gebaseerd op persoonlijke interesses of hobby’s. Zodoende kunnen tempels opgedeeld zijn in eenheden van motorrijders, old-timereigenaars, fanfaremuzikanten, clowns en schilders – de mogelijkheden zijn eindeloos. Shriners organiseren parades, met heuse verkleedpartijen, en rondtrekkende circussen, met als doel zoveel mogelijk schenkingen te kunnen ontvangen... en plezier te beleven.