Alles over vrijmetselarij en genootschappen: geschiedenis, reviews, weblinks.

dinsdag 24 maart 2009

nieuwe publicaties

Recent verschenen er van ondergetekende twee nieuwe artikels:
- KOPPEN (J.). ' "Ôtons le masque à nos persécuteurs!" De Belgische vrijmetselarij op zoek naar haar eigen identiteit en de confrontatie met het katholicisme, 1830-1840.' In: NOËL (P.) (ed.). Acta Macionica Volume 18 (6008). Brussel, RGLB, 2008, pp.91-122;
- KOPPEN (J.). 'Katholicisme, liberalisme en vrijmetselarij in onafhankelijk België. Kanttekeningen bij de herderlijke brief van 28 december 1837.' In: De Negentiende Eeuw, jg.32, 2008, nr.3, pp.202-215. 
Het tweede artikel is de 'light-versie' van het eerste en bereikt een heel ander (en breder) publiek dan de interne publicatie van het jaarboek van Ars Macionica.

maandag 23 maart 2009

Aankondigingen van studiedagen en congressen

In de komende weken en maanden staan deze wetenschappelijke activiteiten op het programma:
- Op vrijdag 8 mei organiseert Vrije Universiteit Brussel, in samenwerking met de Interdisciplinaire Onderzoeksgroep Vrijmetselarij, het Centrum voor de Studie van de Verlichting en het Hedendaags Humanisme en Uitstraling Permanente Vorming de Leerstoel Pierre-Théodore Verhaegen. Het thema van deze studienamiddag (vanaf 14u00) is Radicale Verlichting en vrijmetselarij met als sprekers Charles Porset (CELLF 17e-18e & Centre National de Recherche Scientifique - Frankrijk), Roger Dachez (Institut Maçonnique de France), Malcolm Davies (Leerstoel Vrijmetselarij als geestesstroming en sociaal-cultureel Europees verschijnsel - Universiteit Leiden) en Max de Haan (hoofdredacteur Thoth). Meer info volgt nog. 
- Op zaterdag 9 mei is er een studievoormiddag in de Londense Hiram Lodge, verbonden aan het Grand Orient de France. Het thema is Can Freemasonry be secular? met als sprekers Andrew Prescott (University of Lampeter) en Jeffrey Tyssens (Vrije Universiteit Brussel). Meer info hier
- Van vrijdag 29 tot en met zondag 31 mei vindt de tweede editie van de International Conference on the History of Freemasonry plaats, opnieuw in Edinburgh zoals twee jaar geleden. Het voorlopig programma staat hier (met ondergetekende als spreker op zaterdagnamiddag). Tot 27 maart kan er nog met korting worden ingeschreven via deze link. 
- Op woensdag 3 juni om 19u30 is er in La Louvière een voordracht met debat van Michel Noirret over Le coeur de maçon - libertaire et franc-maçon, georganiseerd door de Université Libre de Bruxelles. 

vrijdag 20 maart 2009

Les Muses maçonnes: verslag

Vanwege de naderende onrusten in het academisch landschap – en als er iets is dat de Fransen met volle overtuiging kunnen dan is het staken – besloot de organisatie van de studiedag “Les muses maçonnes” zekerheidshalve haar actieterrein van de Sorbonne naar het Grand Orient de France te verplaatsen. Op zich geen slechte keuze, al was het maar dat je de rue Cadet vanuit Paris Nord met een korte wandeling kunt bereiken. Maar niet iedereen was kennelijk van deze kleine wijziging op de hoogte want onder meer spreker Roger Dachez was bij aanvang van de conferentie in de Sorbonne nog vruchteloos op zoek naar het juiste lokaal. 




Het gebouw van het GODF is foeilelijk. Alhoewel: huisbibliothecaris Pierre Mollier noemde het een van de weinige bouwkundige realisaties uit de jaren ’60 die nog recht staan. In ieder geval: bij mijn laatste bezoek aan de rue Cadet, een vijftal jaar geleden, was de benedenverdieping al afgesloten met hekken om de drukke werkzaamheden te markeren. En afgelopen woensdag was er nog steeds geen enkele zichtbare vordering merkbaar. Gedurende de studiedag werd er wel “operatief gemetseld” – aan het geratel van de boormachines op de achtergrond te horen – maar niemand durfde kennelijk een einddatum op de verbouwingswerken te plaatsen. 


De Arthur Groussier-tempel

In ieder geval beloofde de jaarlijks terugkerende studiedag rond vrijmetselarij van het Centre d’Etude de la Langue et de la Littérature françaises des XVIIe et XVIIIe siècles (CELLF 17e-18e) van de Sorbonne, dit keer rond het algemeen thema van “les muses maçonnes” wederom een boeiend programma. Wegens het tijdelijk ontbreken van Roger Dachez en de technische problemen waardoor spreker nummer 2, Gerardo Tocchino, niet van start kon gaan (in Frankrijk werkt ctrl+F5 kennelijk niet om een beamer te laten marcheren) werd er meteen naar de vierde spreker van de namiddag overgegaan.  

En het scherm bleef maar blauw...

Andrew Pink, van University College London, gaf een Engelse voordracht met de weliswaar Franse titel “Traductions et transpositions: les origines anglaises de la musique maçonnique dans l’Europe francophone du début du 18ième siècle”, simultaan vertaald door Cécile Révauger van Bordeaux III, mede-organisatrice van de studiedag. Speker overliep de verspreiding van maçonnieke liederen vanuit Engeland naar Frankrijk in de eerste helft van de 18e eeuw.

Cécile Révauger en Andrew Pink
In 1732 ontstond een nieuwe Franstalige loge in Londen, die verschillende Franse ‘gentlemen’ inwijdde. Door leden van deze werkplaats, met de nochtans vrij Engels klinkende benaming “Prince Eugene’s Head”, werden nieuwe loges op het continent opgericht. In de loge werden twee types van liederen gezongen: informele gezangen voor achteraf (zoals huldeliederen en satires waarvan vaak geen partituur bestond – ze werden op gekende melodieën gezongen) en formele gezangen te gebruiken tijdens de zittingen, waarvan een aantal zijn opgenomen in de Constituties van Anderson. Er bestonden vier soorten van formele liederen: de ‘entered apprentice’s song’, de ‘fellow craftman’s song’, de ‘master’s song’ en de ‘warden’s song’. De eerste had een vrij simpele melodie, de andere drie waren complexer en meerstemmig. Deze “chansons originaires” werden ook op het continent gezongen, maar met lichte variaties in de partituur. De Engelse liederen gaven veel minder detail over de manier waarop ze moesten worden gebracht, wat in de lijn lag van de maçonnieke traditie in Engeland: door vaste structuren en herhaling bleven de liederen wel hangen, wat veel minder het geval was op het continent. De redenen voor de variaties in de partituur waren verschil in smaak, geopolitiek bepaald of om technische redenen: de stichters van de nieuwe loges, die er ook de liederen introduceerden, waren geen musici.
Roger Dachez, voorzitter van het Institut Maçonnique de France en intussen gearriveerd, vervolgde met “Madame Provensal, soeur et épouse mystique de J.-B. Willermoz: une supérieure méconnue”. 

Rechtstreekse lijn met de Opperbouwmeester / onbekende superieuren / vochtige kamer (schrappen wat niet past)


Roger Dachez

De uiteenzettingen van Pink en Dachez zijn mij trouwens het meest bijgebleven, en dit heeft niets te maken met het feit dat ze voor de middagpauze aan bod kwamen. Het is altijd wel een plezier om Dachez, in zijn bevlogenheid en gestiek, aan het woord te horen. Hij vertrok vanuit de vraagstelling waarom vrouwen altijd zo een marginaal statuut in de vrijmetselarij hebben gehad. Anderson stelde immers dat enkel mannen in de loge waren toegelaten, en geen slaven (in de figuurlijke zin van het woord), immorele personen (sjoemelaars en andere dilletanten van bedenkelijk allooi) of vrouwen. Louter juridisch bekeken konden vrouwen immers niets doen zonder toestemming van ofwel hun vader ofwel hun echtgenoot. Maar: in 1710 – dus nog vóór de officiële start van de hedendaagse vrijmetselarij in 1717 – werd in het Ierse Cork de 17-jarige dochter van de burggraaf ingewijd. De man was Achtbare Meester van een maçonnieke loge samengesteld uit zijn mannelijke familieleden en gehouden op het kasteel. Per ongeluk kwam de dochter tijdens de zitting in de loge terecht, waarop dan maar werd besloten haar in te wijden. Een ander voorbeeld: de adoptievrijmetselarij uit de 18e eeuw mag ook zo maar niet als een ‘plaisanterie’ worden afgedaan: ondanks het ambigue statuut hadden de vrouwen daar wel degelijk een invloed op de masculine maçonnerie. Dit maar om aan te tonen dat de verhouding vrouwen-vrijmetselarij bijzonder complex is. Maar om tot de kern van de zaak te komen: Mme Provensal, zus van Willermoz, één van de grote Franse maçons (de man zo zo’n 60 graden hebben gehad) en mystici uit de 18e eeuw, had als weduwe twee mogelijkheden: ofwel zo snel als mogelijk hertrouwen ofwel bij een man intrekken. Opmerkelijk: zij ging bij haar broer wonen. Deze stelde haar niet voor om toe te treden tot de adoptievrijmetselarij, maar wel tot de Elus-Coën – een zijtak als het ware van het martinisme, en die een mengelijk was van vrijmetselarij en theosofie. Ter inwijding van Provensal werden de rituelen zelfs lichtjes aangepast. Provensal genoot een bijzondere invloed in dit genootschap en kreeg van sommigen zelfs de eretitel van ‘mère spirituelle’. Interessant te weten is dat haar 24-jarige adoptiedochter met de 69-jarige Willermoz zou trouwen, wat de emotionele en spirituele banden tussen broer en zus tot een zeer ambigue niveau brachten.








woensdag 11 maart 2009

betoging Parijs


 Waar mensen zich mee bezighouden... Het brandmerken van de vrijmetselarij als bedervers van de goede zeden en moraal gebeurt al sinds 1734, toen de Staten van Holland iedere maçonnieke bijeenkomst verboden omdat sommigen meenden dat ze daar met drankorgiën en sodomie bezig waren. Deze Franse blog ziet alvast de maçonnieke hand achter abortus en euthanasie. Soit, ik zou zeggen: allen vrijdag naar het rue Cadet


Call for Papers Londen en Utrecht

De volgende internationale congressen worden aangekondigd. In Londen worden nieuwe inzichten rond de oorsprong van vrijmetselarij samengebracht; in Utrecht organiseert de Werkgroep Negentiende Eeuw een congres rond het religieus gevoel. Een stevig onderbouwde abstract rond vrijmetselarij en religie kan zeker aan de organisatie worden aangeboden.



Call for Papers for the CMRC's Eleventh International Conference, 24-25 October 2009

Following on from ten years of successful international conferences, The Canonbury Masonic Research Centre is pleased to announce a call for papers for its eleventh international annual conference, which this year will be on The origins of Freemasonry. Scholars of all disciplines are invited to submit ideas for papers on sociological, political, cultural, religious, esoteric and prosopographical themes relating to early Freemasonry. Papers can be wide ranging in content or more narrowly focused, however, all should be fully documented as the Centre plans to publish a volume of post conference transactions. All proposals for papers must consist of no more than 250-300 words and should be sent in writing to: Conference Organiser, Canonbury Masonic Research Centre, Canonbury Tower, Canonbury Place, London N1 2NQ. Please be sure to enclose both your contact details and a potted CV with your proposal. The deadline for all submissions is 24 June 2009.
For any further information please contact the conference organiser at:

biee@btinternet.com



Call for Papers: Het religieus gevoel in de negentiende eeuw. 

Op 11 december 2009 zal de Werkgroep Negentiende Eeuw haar jaarcongres houden in Museum het Catharijneconvent Utrecht. Het thema dit jaar is religieus gevoel in der Negentiende Eeuw.

Hieronder volgt de Call for Papers voor het congres:

In de studie van de negentiende eeuw is er altijd aandacht geweest voor religie. Traditioneel concentreerde deze aandacht zich op de geschiedenis van kerkelijke instituties, de theologie en haar belangrijkste representanten. Daarnaast was er de nodige belangstelling voor religie in de context van de begingeschiedenis van de verzuiling en van het ontstaan van politieke partijen. De laatste jaren zien we dat de interesse in niet georganiseerde, niet met de politiek verbonden en niet strikt intellectuele vormen van religie toeneemt.

Het Religieus Gevoel in de Negentiende Eeuw is bedoeld om de balans op te maken van recent en lopend onderzoek en om onderzoekers uit verschillende disciplines bij elkaar te brengen. Het congres beoogt een forum te zijn voor historici die zich met godsdienst, kunsten, letterkunde, politiek of sociale bewegingen bezighouden. Onderwerpen die aan de orde kunnen komen betreffen zowel de individuele als de collectieve beleving en manifestatie van religie op allerlei terrein, van kloosterleven en processies tot religieuze feesten, Heilssoldaten en ‘kleine geloven’ aan het einde van de 19e eeuw. Het religieus gevoel van orthodoxen kan aan de orde komen, maar ook dat van de vrijzinnigen. En ook de uiting van religieus gevoel in de architectuur, de schilderkunst of de muziek; de vergoddelijking van het schone door de Tachtigers en de imitatie van Christus door kunstenaars, letterkundigen en politici. Het terrein is breed, zodat duidelijk kan worden dat de eeuw die lang bekend stond als de tijd van beginnende secularisatie ook een tijd is geweest van opbloei van religieus gevoel op allerlei plaatsen.

Om dit brede thema te introduceren zijn er in de morgen drie sprekers:

Ernestine van der Wall, hoogleraar Geschiedenis van het christendom in Leiden, kenner van het protestantse en katholieke modernisme, zal de inleiding verzorgen

Patrick Vandermeersch, emeritus-hoogleraar Godsdienstpsychologie in Groningen, zal ons inlichten over de historisch-systematische aspecten van het onderwerp

Peter Nissen, hoogleraar Cultuurgeschiedenis van het christendom in Tilburg, zal op basis van zijn oratie over ‘ware’ en ‘valse’ mystiek rond 1900 onder meer ingaan op de relatie tussen religie en de kunsten.

De middag is gereserveerd voor presentatie van lopend en onlangs afgerond onderzoek, in voordachten van 20 minuten, met discussie. Belangstellenden roepen we op een voorstel van ca. 400 woorden in te dienen voor 1 mei. Per 1 juni wordt dan uitsluitsel gegeven wie de gelegenheid geboden kan worden een lezing te geven.

Abstracts kunnen worden gezonden aan de secretaris van de Werkgroep De Negentiende Eeuw, Marlite Halbertsma

prof. dr. Marlite Halbertsma
Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen/Faculty of History and Arts
L2-006
Erasmus Universiteit Rotterdam
P.O. Box 1738
NL-3000 DR Rotterdam
halbertsma@fhk.eur.nl

vrijdag 6 maart 2009

Blanke zitting Ars Macionica: verslag

De studieloge Ars Macionica, onder de vleugels van de Reguliere Grootloge van België, bestaat sinds 1994. Inwijdingen, bevorderingen en verheffingen gebeuren hier niet. In deze werkplaatsen worden enkel bouwstukken opgeleverd die bijdragen aan de historische kennis van het maçonniek fenomeen. Ze worden jaarlijks gebundeld in de interne publicatie Acta Macionica, samen met andere wetenschappelijke artikels. De studieloge komt samen op de hoofdzetel van de RGLB in Brussel, en organiseerde afgelopen zaterdag – naar ik vernomen heb: voor het eerst – een blanke zitting. Zo een zitting heeft geen ritueel en staat open voor iedereen – maçons en profanen – en in dit specifiek geval ook voor ingewijden van een irreguliere loge. Er waren effectief leden van GOB-loges aanwezig wat deze blanke zitting – bij monde van mijn buurman – een historische gebeurtenis maakte. 
Andréa Kroon, doctoranda aan de Universiteit Leiden, mede-oprichtster van Kroon & Wagtberg Hansen (een bureau voor kunsthistorisch projectmanagement) en mede-oprichtster en voorzitster van de Stichting OVN, presenteerde in Brussel grosso modo de grote lijnen van haar proefschrift. Vrijmetselarij in Azië: loges als sociaal-economisch netwerk in de 18e en 19e eeuw belichtte hiervan de verschillende aspecten, met nadruk op het cultuurhistorische luik. Lakdozen, punchkommen en andere decoratieve spullen en gebruiksvoorwerpen, prominent versierd met passers en winkelhaken, werden vanuit loges in Nederlands-Indië geëxporteerd naar Europa. ‘Made in China’ avant-la-lettre, als het ware. Daarnaast belichtte Kroon, met haar typerende aangename maar ietwat onderkoelde stem, de netwerken tussen de verschillende 18e-eeuwse werkplaatsen, de interactie met de plaatselijke bevolking, de soms erg banale interne conflicten (over de kleuren van lintjes begot!) en de ronduit aberrante drankorgiën waaraan de loges zich wel eens lieten gaan. Op zo een stevig feestje, dat de broederbanden ongetwijfeld tot op gênante hoogtes verstevigde, werd gemiddeld twee flessen wijn per persoon geconsumeerd. Dan zwijgen we nog van de andere alkoholische dranken die ter gelegenheid werden aangevoerd. Zelfs de excessen van een doorsnee cantus hier op de VUB verbleken bij het promillegehalte van deze maçonnieke feestzitting. En dan vermelden we nog niet eens het totaalbedrag dat op zo een avond door de keelgaten werd gejaagd! 
Maar goed, dit pittig detail blijft natuurlijk het meest in het geheugen hangen. Niet helemaal terecht want de lezing haalde meerdere elementen van de maçonnieke en Nederlandse aanwezigheid in Zuidoost-Azië aan. Op sommige ogenblikken was dit eerder een factuele geschiedenis terwijl op andere vlakken het gebrek aan rechtstreekse bronnen het maken van hypotheses noodzakelijk maakte. Op zich is daar zeker niets mis mee, integendeel. Ik kijk in elk geval zeer erg uit naar het moment waarop Andréa Kroon effectief haar doctoraat zal indienen en verdedigen. 
Ars Macionica, en in het verlengde de RGLB, toonde zich alvast bijzonder gastvrij. Het broedermaal illustreerde eveneens de behoorlijk goede keuken van deze obediëntie aan. Dit is ongetwijfeld een succesvol initiatief dat zeker waardering een aanmoediging verdient.

maandag 2 maart 2009

Symposium De Zwijger

De Gentse loge De Zwijger (GOB) en haar naamgenoot onder GLB-vlag organiseren op zaterdagvoormiddag 14 maart (van 9u30 tot 12u30) een open symposium met als titel Samenleven in Europa. Eenheid in verscheidenheid. Sprekers zijn professor Paul Scheffer (Universiteit Amsterdam), professor Tariq Ramadan (Oxford University), Antwerps OCMW-voorzitter Monica De Coninck en - bijzonder opmerkelijk - mgr. Luc Van Looy, bisschop van Gent. Moderator is professor Jean Paul Van Bendegem (Vrije Universiteit Brussel). Wat de keuze van de sprekers rechtvaardigd wordt door de website niet echt duidelijk gemaakt en details van het programma ontbreken ook. Het is sowieso een erg interessant initiatief dat ik zeker met veel belangstelling zal bijwonen. 
Locatie: Handelsbeurs, Kouter 29, Gent. Inschrijving via www.dezwijger.be/symposium.