Alles over vrijmetselarij en genootschappen: geschiedenis, reviews, weblinks.

donderdag 19 maart 2015

Visie op vrijmetselarij, 1968

De Nieuwe Gazet, een ter ziele gegane liberale krant uit Antwerpen, berichtte in haar editie van 8 november 1968 over een voordracht, die de Nederlandse socioloog Sjoerd Groenman over vrijmetselarij bracht. Groenman zelf was trouwens lid van een werkplaats onder het Grootoosten der Nederlanden. De berichtgeving is op zijn minst interessant te noemen, zeker wanneer het gaat over de afwezigheid van vrouwen in de loges. Al bij al staan hieronder totaal achterhaalde visies geformuleerd.



'Tussen de Nederlandse en Belgische vrijmetselarij moet alvast dit grondig onderscheid worden aangestipt, dat de Katholieke Kerk er bij de Nederlanders niet, en bij ons wel afkering tegenover staat. Tegenkanting van godsdienstige kant heeft de grootloges - zoals de landelijke organisaties van de vrijmetselaars heten - in ons land en ook in Italië en in Frankrijk van de weersomstuit antireligieus en anti-clericaal getint. Maar als de onwetendheid van de buitenstaanders niet zo groot was dan zouden de scherpe kanten, die de vrijmetselarij in veler ogen ongenietbaar maakt wellicht worden afgerond...
In Nederland is het niet zeldzaam dat de katholieken tot de orde van vrijmetselaars toetreden, en hetzelfde geldt voor landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Het ideaal van de vrijmetselaar is nog steeds: bouwen aan de tempel die de mensheid in haar geheel en ieders mens op zichzelf is. En voorts het aanblazen van het licht dat brandt in de mensheid van ieder mens. Volkomen lofwaardige bedoelingen dus, en helemaal niets om in het verborgene te verrichten. Het grondbeginsel van de vrijmetselarij is geen vage aansporing tot het verbeteren van de maatschappij, maar wel deze stelregel: wie de wereld wil verbeteren moet beginnen met zichzelf. Hieruit blijkt dat niemand wordt uitgesloten van de Orde: joden, christenen, vrijzinnigen en islamieten, kerkelijken en onkerkelijken kunnen goede vrijmetselaars zijn, als zij maar geloven dat het leven een zin heeft. Het wezen dat deze zin aan het leven geeft wordt door de vrijmetselaars Opperbouwmeester genoemd. 
Volgens prof. Groenman ontleent ieder mens zijn vrijheid en waardigheid aan zijn binding met dit middelpunt van het heelal. Deze broederschap noemen de vrijmetselaars "het geheim". 
De geschiedenis van de vrijmetselarij verklaart al afdoende waarom er geen vrouwen worden in toegelaten. Er waren geen vrouwen onder de metselaars, vandaar.
Van de uitwisseling van vakknepen is de bezigheid van de metselaars tot wat anders uitgegroeid. Thans komen de loges geregeld bijeen om van gedachten te wisselen over actuele sociale en morele problemen. 
Om nog even terug te komen op het ontbreken van vrouwen. Hun aanwezigheid zou in de loges problemen kunnen doen ontstaan die niet stroken met het ideaal van de orde. Dit is tenminste wat prof. Groenman in zijn lezing te kennen gaf."