Alles over vrijmetselarij en genootschappen: geschiedenis, reviews, weblinks.

vrijdag 23 november 2012

Visies op vrijmetselarij in de jaren 1980

Robert Dille, medeoprichter van het Humanistisch Verbond en de Unie van Vrijzinnige Verenigingen, die hij trouwens tussen 1972 en 1981 voorzat, schreef begin jaren '80 een geschiedenis van de vrijzinnigheid in Vlaanderen, die in het eerder obscure blaadje 't HaVeetje - maandblad van HV-Mortsel - verscheen. Aan het einde van de vierdelige reeks (verschenen tussen oktober 1982 en januari 1983) ging Dille kort in op de actuele toestand van de vrijmetselarij. Zelf was hij er ongetwijfeld bijzonder goed van op de hoogte: schooldirecteur Dille, geaffilieerd aan de Antwerpse werkplaats Marnix van Sint Aldegonde, leidde het Grootoosten van België in de tweede helft van de jaren 1960 als Grootmeester. Hij nam ook het initiatief om in de schoot van het GOB het Centre de Documentation Maçonniek (CEDOM-MADOC) op te richten. In Dille's overzicht (jg.5, 1983, nr.1, pp.10-11) lezen we:
 
"Een overzicht over de stand van zaken van de vrijzinnigheid zou niet volledig zijn, wanneer met geen woord zou worden gerept over betekenis en invloed, plaats en geestesgesteldheid van de vrijmetselarij in ons land, inzonderheid het Vlaamse landsgedeelte. Nu is het geen gemakkelijke opgave, aangezien de Orde van Vrijmetselaren - met haar discretie als gedragsregel voor ogen - geen 'officiële' publicaties bestemd voor het grote publiek vrijgeeft. Wel beschikken we over twee belangrijke werken, die niet zo lang geleden verschenen en die beide de twee grote stromingen behandleen die de Belgische vrijmetselarij kenmerken: een majoritaire en een minoritaire: het werk van een Werkgroep Vrijmetselaars in Vlaanderen, uitgegeven door Elsevier "Progressieve Vrijmetselarij" en het werk van pater Dierickx, de "Vrijmetselarij" de grote onbekende.
In globo blijkt daaruit dat men gerust kan stellen:
1. Dat het GOB, als zelfstandige maçonnieke grootmacht opgericht na de onafhankelijkheidsverklaring, van bij het begin een belangrijke rol heeft gespeeld in ons maatschappelijk leven;
2. Dat de vrijmetselarij in wezen een pluralistische instelling is;
3. Dat de vijandige houding van de Kerk t.o.v. de vrijmetselarij, dedze laatste heeft toegelatne de juiste maat te nemen vanhet onverdraagzaam en arrogant fanatisme van de Kerk. De heftigheid waarmee het Vatikaaan tegen de maçonnerie te keer is gegaan, de accenten die het in zijn diverse schakeringen van vervloekingen wist te leggen, het verbaal geweld dat daarmede gepaard ging, zijn door niemand overtroffen! Geen wonder dus dat de Belgische  vrijmetselarij - waaraan de toegang door de Kerk aan alle gelovigen op straffe van hellebrand strikt verboden - een duidelijk antiklerikaal en vrijzinnig cachet krijgt. En deze karaktertrek heeft zij behouden althans wat het GOB betreft. Haar gehechtheid aan het Vrij Onderzoek, dat zij als een credo belijdt, heeft ze van bij de aanvang duidelijk gesteld en in concreto uitgedragen door de stichting - in 1834 reeds - van de Vrije Universiteit Brussel, de 'universiteit van de Loge' zoals zij nu nog soms smalend door tegenstanders wordt genoemd.
4. De splitsing die zich in de Belgische vrijmetselarij rond de jaren 1960 heeft voltrokken was het gevolg van interne spanningen rond belangrijke filosofische stellingen, die uiteindelijk hun beslag kregen door de afscheiding van een minderheid van maçons en de oprichting van de Grootloge van België. Deze obediëntie verkoos de erkenning door de dogmatische ingestelde angelsaksische maçonnerie en het Grootoosten der Nederlanden, boven het behoud van de Belgische maçonnieke eenheid. Recente moeilijkheden in de schoot van de GLB rond dezelfde problemen hebben tot een nieuwe afscheuring aanleiding gegeven. Een en ander blijkt echter aan de hechtheid en de uitstraling van het GOB - veruit thans de belangrijkste Belgische vrijmetselaarsorganisatie - en van de gemengde DH niets te hebben gewijzigd en aan hun vrijzinnige opstelling in niets te hebben beïnvloed."
 
De standpunten van Dille, zowel naar de profane buitenwereld als wat de interne keuken betreft, zijn opvallend veel stringenter dan vandaag. Het is verder opvallend dat de generatie-Dille enerzijds haar maçonnico-antiklerikale houding onderstreept, maar anderzijds wel het boek van de jezuïet Dierickx als referentie aanhaalt. Het doet mij eraan denken dat ik een paar jaar geleden nog eens een geleide rondwandeling in de tempels van de Lakensestraat meemaakte - als toeschouwer - waarbij de gids in zijn gezegende leeftijd nog steeds dat boek als beste introductie tot de vrijmetselarij aanhaalde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten