In de reeks 'schandalig miskende literaire genieën uit 's lands verleden' treffen we vandaag Felix van de Sande. Van de Sande is totaal in de mist van de geschiedenis verdwenen, en slechts enkelen herinneren zich hem als een van de stichters en de eerste directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel in de jaren 1870, toen nog 'Nationaal Tooneel' geheten. In de jaren voordien was de man de steunpilaar van het Brussels en Nederlandstalig amateurtoneel. Ondergetekende heeft een en ander over van de Sande (en het ontstaan van de KVS en de maçonnieke belangen erin) geschreven in de AMVB-bundel Ruimte en Spel. Samengevat komt het erop neer dat van de Sande tijdens zijn uren een saaie kantoorjob vervulde - voor zover de uitdrukking 'kantoorjob' van toepassing is voor medio 19e eeuw - en daarna als amateurtoneelspeler op de planken stond en zelf ook nog een reeks van theaterteksten schreef. Taalkundige spitsvondigheden en complexe en meerlagige plots moesten daarin echter niet gezocht worden. Vaak ging het om komedies, kluchten en volksverheffende historiserende stukken, waar de theaterganger een beetje werd opgevoed over het verleden. Daarbij was het enigszins de bedoeling dat het publiek in de woorden en handelingen op de scène de link naar de eigen tijd kon leggen. In die tijd waren stukken over de Spaanse overheersing, met haar meedogenloze katholieke ideologie, vrij populair - niet toevallig in een tijd waar een gematigde katholieke regering het land leidde maar waar extreme denkkaders onder het mom van het ultramontanisme in opmars waren. Voor alle duidelijkheid: we zijn dus in de jaren 1870. Tussen 1878 en 1884 zouden Frère-Orban, Van Humbeeck en Bara als liberale regeringsleiders lelijk huishouden in de katholieke milieus. De Schooloorlog woedde in alle hevigheid, de diplomatieke banden met het Vaticaan werden opgeblazen en als reactie mobiliseerden de katholieken via hun verenigingen en instituten massaal. Het resultaat was een gigantische liberale verkiezingsnederlaag in 1884: de liberalen zijn de klap eigenlijk nooit meer te boven gekomen. Maar goed, de liberaal gezinde van de Sande schreef in 1884 de theatermonoloog Baas Politiek, waarin de politieke kweddelen aan de kaak werden gesteld. De korte monoloog, door de auteur zelf omschreven als een boertige alleenspraak, eindigde met een slotrondo, waarmee de spreker zijn discours samenvatte. Hier gaan we:
’t Gaat er in ons land van katholiek en liberalen,
Heel ons land is mank, en al wat handelheet is ziek,
Van dit harrewarren moet de burger’t al betalen
En hij blijft zoo vet met liberaal als katholiek.
’t Spel dat gaat verkeerd: wie niet en heeft die moet betalen,
Rijkaard heeft het al en hij betaalt niet, ’t is komiek,
En dit blijft bestaan bij katholiek en liberalen,
En dit blijft bestaan, zoowel bij de een’als de ander kliek.
Ja, ik zou gewis het boeltje’t onderst boven keeren,
Kwam ik aan het roer de rijkaard schoot in zijnen zak,
‘k zou monsieur Rotschild het binnenscharren wel verleeren
En ik zette Susken Droogenbrood op zijn gemak.
En betaalde men voor doozenbroodjes met korenten,
Chocolad’, goudron en ander apothekerij,
Ik belastte ook de kerk en de sacramenten
En de francmaçons, maar de jenever liet ik vrij!
(Slotrondo uit ‘Baas politiek’ (boertige alleenspraak) door Felix van de Sande, Antwerpen, Lodewijk Janssens, 1884, p.10.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten