In de bekende reeks van tijdschriften en boeken La Pensée et les Hommes vond ik in het septembernummer van 1983 het volgende, opmerkelijk artikel van de hand van Hugo De Schampheleire:
'A l'aube du 28 juin 1983, des éléments d'extrême-droite ont mis le feu dans le bureau de Ferrer Benimeli à l'université de Saragosse. Tout fut détruit: manuscrit, fichiers, travaux de références, revues spécialisées, microfilms, mémoires de licence, thèses de doctorat! La presse espagnole a titré les commantaires attristés de Ferrer-Benimeli: "Quize annés de travail perdues!".'
Wat was er aan de hand? José Antonio Ferrer Benimeli - de man is vandaag een kwieke zeventiger - was op dat ogenblik de drager van de leerstoel-Verhaegen aan de ULB. Professor Ferrer-Benimeli, historicus aan de Universiteit van Zaragosa, had intussen een stevige reputatie opgebouwd als specialist van de 18e en 19e eeuwse vrijmetselarij, vooral bekeken vanuit de spanningen tussen maçonnerie en Katholieke Kerk. Je zou kunnen zeggen dat Ferrer Benimeli over 'inside information' beschikt vanuit zijn achtergrond als jezuïet. Hij is ook altijd lid van de Orde gebleven, maar toch een graag geziene gast op wetenschappelijke bijeenkomsten over de vrijmetselarij. Een klassieker is zijn monumentaal werk over de eerste pauselijke veroordelingen van het genootschap sinds 1738. De studie - Masonria, Igesia e Illustracion verscheen voor het eerst in 1976/77. Vertalingen, onder andere in het Frans, volgden snel. Hij is auteur van een vrij indrukwekkende bibliografie over deze thema's.
In mei 1983 gaf Ferrer Benimeli aan de ULB een aantal voordrachten rond het thema van vrijmetselarij versus totalitarisme, gevolgd door een symposium in Zaragosa over methodologie en historiografie betreffende de Spaanse vrijmetselarij in juni. Het symposium was een succes, en kon zowel op belangstelling van de academische wereld als de media rekenen. Gezien de aard van het vertrekpunt van dit symposium was het onvermijdelijk dat veel aandacht zou uitgaan naar de moeilijkheden van de Spaanse vrijmetselarij ten tijde van het Franco-regime - dat in 1983 nog maar een paar jaar eerder ten einde was gekomen. Franco had een hekel aan vrijmetselaars en binnen een totalitair regime werden hun gesloten bijeenkomsten beschouwd als pogingen om het staatsgezag te ondermijnen. Extreem conservatieve katholieken hadden Franco altijd gesteund, en Spanje was ook het land waar het (beruchte) lekengenootschap van Opus Dei al in de jaren '20 en '30 haar oorsprong kende. Dat uitgerekend een jezuïet een bijeenkomst leidde over twee, in katholieke ogen, gevoelige thema's zoals vrijmetselarij en omgang met het verleden moest op zijn minst reactie uitlokken.
Enkele dagen na het symposium, op 28 juni 1983, merkte een student op de universiteitscampus van Zaragosa het vuur in het bureau van Ferrer Benimeli op. Tegen dat het vuur onder controle was, was de ruimte al reddeloos verloren. Gewonden vielen er niet, maar Ferrer Benimeli verloor wel onder meer de enige exemplaren van zijn eigen doctoraat. Volgens het parket was de brand veroorzaakt door een kortsluiting of een sigaret. Maar Ferrer Benimeli rookte zelf niet en anderen beweerden dat het raam open stond en dat er sporen waren van een onbekende bezoeker.
Hoe dan ook, de zaak geraakte nooit helemaal opgehelderd. Nog steeds laat Ferrer Benimeli zich tijdens congressen begeleiden door een rijzige kerel met een Sylvester Stallone-blik en wiens stemgeluid enkel uit gebrom bestaat (maar met een Spaans accent). De collega's noemen hem schamper 'de bodyguard'. Misschien klopt het wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten