Afgelopen vrijdag 14 juni werd er een nieuwe stap gezet in de oprichting van een Franse confederatie van obediënties. Je zou zeggen: een Franse versie van Lithos, maar dan met dat verschil dat het niet zal gaan om een verzameling van autonome werkplaatsen - maar van (reguliere) koepels. Nu ja, 'regulier' moet tussen aanhalingstekens worden geplaatst. In ieder geval stemde alvast 89% van de afgevaardigden van de Grande Loge de France (GLDF) voor toetreding tot de (nog naamloze) confederatie, die in totaal meer dan 1600 loges met 50.000 leden zal samenbrengen. Hiermee komt de confederatie, qua ledenaantal, op gelijke voet met het Grootoosten van Frankrijk. De Grootloge van Frankrijk beschouwt zichzelf als regulier omdat zij alle principes van regulariteit, zoals vastgelegd door de UGLE in 1929, opvolgt - met uitzondering van dit van de Opperbouwmeester. Die blijft vrij te interpreteren. Van volledige regulariteit kan dus geen sprake zijn. Bovendien mag de Grande Loge de France niet worden verward met de Grande Loge Nationale Française, die wél alle kenmerken van regulariteit volgt, maar die haar internationale erkenning enige tijd geleden is kwijtgespeeld.
De tweede poot van de nieuwe confederatie wordt gevormd door de Grande Loge de l'Alliance Maçonnique Française, die zelf nog maar officieel bestaat sinds 28 april 2012. Deze koepel is explosief groeiend: ze telt nu 600 werkplaatsen en er wordt verwacht dat tegen einde 2013 het totaal ledenaantal ongeveer 18.000 gaat zijn - een vervijfvoudiging op anderhalf jaar tijd! Deze cijfers zijn te begrijpen omdat de GL-AMF uit een scheuring met de Grande Loge Nationale Française is ontstaan, nadat deze haar erkenning door de UGLE was verloren.
De derde partner is de Grande Loge Traditionelle et Symbolique Opéra, die ook uit een scheuring met de GLNF is ontstaan, maar dan al in 1958. De GLTSO is een middelgrote Obediëntie met 300 loges en 4500 leden. Ook zij beschouwt zich al zijnde regulier, zonder evenwel internationaal erkend te zijn. Al in 2000 vonden de GLTSO en de GLDF elkaar in de Conféderation des Grande Loges Unies d'Europe - een samenwerkingsverband tussen reguliere, maar niet door de UGLE erkende koepels.
De vierde en laatste partner is de Grande Loge Indépendante de France, die - verrassing, verrassing - ook regulier is. De GLIF werd in september 2012 boven de doopvont gehouden en heeft nu een 230-tal leden.
Het samenkomen van de vier koepels was te verwachten omdat de UGLE dan wel de erkenning van de GLNF heeft ingetrokken, maar geen 'opvolger' heeft aangeduid. Bijgevolg is de reguliere vrijmetselarij in Frankrijk niet officieel aanwezig. Nog opmerkelijk is dat de confederatie geen melding maakt van de (kleine) Loge Nationale Française, die als reguliere koepel vorig jaar nog, samen met de GLDF, de GL-AMF, de GLTSO en de GLIF, een perscommuniqué ondertekende waarin zij zich als vertegenwoordigers van de Franse reguliere vrijmetselarij voorstelden.
Hoe dan ook: de nieuwe confederatie laat toe dat er onderling bezoekrecht is. Met andere woorden: een lid van de GLDF mag een zitting van een GLIF-werkplaats bijwonen. Of dat bezoekrecht ook geldt voor de 'irregulieren', zoals het Grootoosten van Frankrijk, blijft in het midden. Daarover werd geen expliciete uitspraak gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten