Gisteren teruggekeerd van de International Conference on the History of Freemasonry in Edinburgh. Ik zou graag in de loop van de volgende berichten een aantal voordrachten wat meer in detail bespreken. Eerst wil ik een aantal algemene indrukken geven. Op persoonlijk vlak was dit een geweldige ervaring. Het bood mij de gelegenheid om met heel veel facetten van het onderzoek in contact te komen en heel wat nieuwe mensen te leren kennen. Onderzoek naar de vrijmetselarij is een zeer dynamisch gegeven, en de massale opkomst (200 inschrijvingen, wat heel wat is voor de aard van dit humaan-wetenschappelijk congres) illustreert de belangstelling ervoor.
Welke punten waren minder geslaagd? De duur van het congres was veel te lang en het aanbod te groot. Drie dagen, met een goedgevulde zondagvoormiddag als afsluiter, is te zwaar. Dat zou enigszins draagelijker geweest zijn moesten de lezingen beter op elkaar waren afgestemd. Soms was het mij niet duidelijk waarom drie lezingen gegroepeerd werden die eigenlijk drie totaal verschillende aspecten belichtten. Ik stel mij ook vragen bij de selectiecriteria die het wetenschappelijk comité heeft gehanteerd. Ik heb de indruk dat ze zowat iedere paper hebben aanvaard zonder zich al te veel vragen over inhoud of spreker te stellen. Dat zou verklaren waarom hobbyhistorici naast doorwinterde academici werden geplaatst. Ik ga hier nog wel dieper op in.
Bovendien was de registration fee, ook voor de sprekers, te duur. Hierdoor waren een aantal sprekers niet komen opdagen, omdat de kostprijs van registration, verblijf en vervoer veel te hoog was om uit eigen zak te betalen.
Ten slotte nog even vermelden dat alle clichés over Brits eten waar zijn: fruitsapjes smaken chemisch, veel dingen zien eruit of ze al een keertje gegeten zijn en het aanbod op je bord is, naar Belgisch-Franse normen, veel te weinig.
Welke punten waren minder geslaagd? De duur van het congres was veel te lang en het aanbod te groot. Drie dagen, met een goedgevulde zondagvoormiddag als afsluiter, is te zwaar. Dat zou enigszins draagelijker geweest zijn moesten de lezingen beter op elkaar waren afgestemd. Soms was het mij niet duidelijk waarom drie lezingen gegroepeerd werden die eigenlijk drie totaal verschillende aspecten belichtten. Ik stel mij ook vragen bij de selectiecriteria die het wetenschappelijk comité heeft gehanteerd. Ik heb de indruk dat ze zowat iedere paper hebben aanvaard zonder zich al te veel vragen over inhoud of spreker te stellen. Dat zou verklaren waarom hobbyhistorici naast doorwinterde academici werden geplaatst. Ik ga hier nog wel dieper op in.
Bovendien was de registration fee, ook voor de sprekers, te duur. Hierdoor waren een aantal sprekers niet komen opdagen, omdat de kostprijs van registration, verblijf en vervoer veel te hoog was om uit eigen zak te betalen.
Ten slotte nog even vermelden dat alle clichés over Brits eten waar zijn: fruitsapjes smaken chemisch, veel dingen zien eruit of ze al een keertje gegeten zijn en het aanbod op je bord is, naar Belgisch-Franse normen, veel te weinig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten