Op 22 mei was ik aanwezig op een voordracht van Mark Heirman in Vilvoorde, naar aanleiding van zijn boek De Loge en het Opus Dei. Een geschiedenis van de democratie (2002). Heirman is filosoof van opleiding, journalist, en sinds 1999 één van de ghostwriters van premier Verhofstadt. Het vrijzinnig ontmoetingscentrum zat bomvol. De hoge opkomst had volgens mij zowel met de spreker als het onderwerp te maken. Heirman is één van de meest gedreven en eerlijke sprekers die ik ooit heb gehoord, maar die gedrevenheid heeft wel als nadeel dat hij heel veel zijpaden van zijpaden bewandelt en zo de kern van zijn betoog meermaals uit het oog verliest, en bovendien ruimschoots over de tijd heengaat. Anderhalf uur onafgebroken is eigenlijk te veel om geconcentreerd te blijven. Dat hij toch wel het publiek, en mij inclusief, kon blijven boeien was te merken aan het publiek dat ook na de pauze grotendeels aanwezig bleef om vragen te stellen.
Ik kan Heirmans stellingen kort samenvatten. Het principe van democratie, zoals wij dat vandaag begrijpen, is niet vóór de 18e eeuw ontstaan. De burgerlijke principes van vrijheid, verdraagzaamheid en broederschap vertonen bovendien een opvallende gelijkenis met de vrijmetselarij, door Heirman constant "de Loge" genoemd. Ook de Loge ontstond in die periode. Dat deed mij trouwens denken aan een uitspraak van Karel Poma, in 1998 in een ontmoetingscentrum in Wilrijk, toen hij stelde dat democratie - al dan niet uitgevonden door de vrijmetselarij - grotendeels parallel loopt met het genootschap. Dit illustreerde Poma door erop te wijzen dat tijdens de Tweede Wereldoorlog misschien maar één of twee vrijmetselaars hebben gecollaboreerd. Dit zijn twee uiterst bedenkelijke en incorrecte uitspraken. Maar goed, Mark Heirman vervolgt deze stelling min of meer. Daar tegenover plaatst hij het Opus Dei, wat in zijn discours het symbool is van katholieke onverdraagzaamheid en reactionisme. De Kerk doet er immers alles aan om de basisbeginselen van de democratie, waaronder de scheiding van Kerk en Staat, teniet te doen. Uit Heirmans uiteenzetting kon ik een zeer anti-katholiek sentiment voelen, niet op basis van religie, maar wel op basis van structuren. Het deed mij zo een beetje denken aan een uitspraak van Urbanus, die ooit zei dat God "nen toffe was, maar zijne manager niet deugde".
In feite vertrok Heirman meer vanuit zijn recentste Beschavingen botsen niet, om zo na een hele aanloop pas tot "de Loge" te komen. En daar wringt het schoentje enigszins. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de spreker de essentie van de vrijmetselarij niet helemaal snapt. Hij is onmiskenbaar gecharmeerd door haar principes, maar het is te simplistisch om te stellen dat de vrijmetselarij van meet af aan een voorvechter van democratie was. De 18e-eeuwse maçonnieke activiteiten waren in veel gevallen tot sociabiliteit of, eenvoudiger gezegd "gezelligheidstherapie", terug te brengen. "Democratie" is trouwens pas van toepassing vanaf 1949, toen ook vrouwen hier stemrecht kregen. Het doornemen van enig gefundeerd historisch onderzoek naar vrijmetselarij zou de stellingen van Heirman ook wat kunnen nuanceren. Uit de bibliografie van De Loge en het Opus Dei vond ik immers een mengeling van "klassieke" werken (zoals Apostel) en rommel (Robert Lomas). Ook het verengen van katholiek conservatisme tot "Opus Dei" was te eenvoudig gesteld. Ik moet wel toegeven dat je deze tekortkomingen even vergeet wanneer je wordt geconfronteerd met de gedrevenheid waarmee Heirman zijn betoog voert.
Meer lezen: HEIRMAN (Mark). De Loge en het Opus Dei. Een geschiedenis van de democratie.Antwerpen, Houtekiet, 2002, 239 p.
Ik kan Heirmans stellingen kort samenvatten. Het principe van democratie, zoals wij dat vandaag begrijpen, is niet vóór de 18e eeuw ontstaan. De burgerlijke principes van vrijheid, verdraagzaamheid en broederschap vertonen bovendien een opvallende gelijkenis met de vrijmetselarij, door Heirman constant "de Loge" genoemd. Ook de Loge ontstond in die periode. Dat deed mij trouwens denken aan een uitspraak van Karel Poma, in 1998 in een ontmoetingscentrum in Wilrijk, toen hij stelde dat democratie - al dan niet uitgevonden door de vrijmetselarij - grotendeels parallel loopt met het genootschap. Dit illustreerde Poma door erop te wijzen dat tijdens de Tweede Wereldoorlog misschien maar één of twee vrijmetselaars hebben gecollaboreerd. Dit zijn twee uiterst bedenkelijke en incorrecte uitspraken. Maar goed, Mark Heirman vervolgt deze stelling min of meer. Daar tegenover plaatst hij het Opus Dei, wat in zijn discours het symbool is van katholieke onverdraagzaamheid en reactionisme. De Kerk doet er immers alles aan om de basisbeginselen van de democratie, waaronder de scheiding van Kerk en Staat, teniet te doen. Uit Heirmans uiteenzetting kon ik een zeer anti-katholiek sentiment voelen, niet op basis van religie, maar wel op basis van structuren. Het deed mij zo een beetje denken aan een uitspraak van Urbanus, die ooit zei dat God "nen toffe was, maar zijne manager niet deugde".
In feite vertrok Heirman meer vanuit zijn recentste Beschavingen botsen niet, om zo na een hele aanloop pas tot "de Loge" te komen. En daar wringt het schoentje enigszins. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de spreker de essentie van de vrijmetselarij niet helemaal snapt. Hij is onmiskenbaar gecharmeerd door haar principes, maar het is te simplistisch om te stellen dat de vrijmetselarij van meet af aan een voorvechter van democratie was. De 18e-eeuwse maçonnieke activiteiten waren in veel gevallen tot sociabiliteit of, eenvoudiger gezegd "gezelligheidstherapie", terug te brengen. "Democratie" is trouwens pas van toepassing vanaf 1949, toen ook vrouwen hier stemrecht kregen. Het doornemen van enig gefundeerd historisch onderzoek naar vrijmetselarij zou de stellingen van Heirman ook wat kunnen nuanceren. Uit de bibliografie van De Loge en het Opus Dei vond ik immers een mengeling van "klassieke" werken (zoals Apostel) en rommel (Robert Lomas). Ook het verengen van katholiek conservatisme tot "Opus Dei" was te eenvoudig gesteld. Ik moet wel toegeven dat je deze tekortkomingen even vergeet wanneer je wordt geconfronteerd met de gedrevenheid waarmee Heirman zijn betoog voert.
Meer lezen: HEIRMAN (Mark). De Loge en het Opus Dei. Een geschiedenis van de democratie.Antwerpen, Houtekiet, 2002, 239 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten