Hoogst uitzonderlijk keer ik even terug op mijn zelf opgelegd stilzwijgen om de volgende aankondiging te verspreiden:
Alles over vrijmetselarij en genootschappen: geschiedenis, reviews, weblinks.
maandag 28 september 2015
maandag 1 juni 2015
Het licht dooft
Het aantal berichten dat ik de afgelopen tijd op de blog heb gepubliceerd wordt steeds minder. Dat heeft voor een stuk met tijdsgebrek te maken: alle beschikbare vrije momenten gaan nu richting schrijven van nieuwe boeken en artikels. Maar misschien is de swung zo een beetje eruit. Na een aantal jaren bloggen wordt het misschien tijd voor iets anders. Kleine aankondigingen gebeuren al enige tijd via twitter, en alleen als het echt de moeite is wil ik nog wel eens een nieuwe blogpost opstellen. De rest is stilte.
dinsdag 5 mei 2015
Vrijmetselaars en justitie
In Knack van 15 april 2015 verscheen een uitvoerig interview van Han Renard met journalist Philippe Engels over zijn boek Mensognes d'état. Op een bepaald ogenblik gaat het over de connectie tussen vrijmetselaars en magistratuur. Dit is een heel interessant gegeven, waar tot dus ver niet echt veel over is gepubliceerd, laat staan onderzocht. Het artikel is boeiend genoeg om hier zo goed als volledig over te nemen. Copyright ligt uiteraard bij Roularta Media Group.
Onafhankelijk onderzoeksjournalist Philippe Engels, bekroond met verschillende journalistieke prijzen, maakt in zijn boek een inventaris van een reeks geruchtmakende gerechtelijke onderzoeken die hij al 25 jaar lang op de voet volgt. Van het nog steeds lopende onderzoek naar de bende van Nijvel, tot grote fraudezaken en de politiek-finan-ciële corruptieschandalen in Charleroi. Rode draad doorheen het boek: slechts zelden worden grote en ingewikkelde gerechtelijke onderzoeken succesvol afgerond en komt het ook echt tot een proces.
'Terwijl er toch massa's energie en jarenlang werk in die onderzoeken wordt gestopt', zegt Philippe Engels, op een zonnig terras in de Waalse studentenstad Louvain-la-Neuve. Een combinatie van onkunde, onmacht en onwil zorgt ervoor dat heel wat gerechtelijke onderzoeken uiteindelijk wegzakken in juridisch drijfzand en kopje-onder gaan.Dat gebeurde met het onderzoek naar de illegale subsidiestromen van de Waalse regering richting lagekostenmaatschappij Ryanair.Ook in het onderzoek naar de schandalen in Charleroi, die losbarstten in 2005 en toenmalig Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS) en het volledige stadsbestuur van Charleroi tot ontslag dwongen, blijven de hoofdverdachten uiteindelijk grotendeels buiten schot.
'Ik heb die affaires van dichtbij gevolgd', vertelt Engels, die als journalist aan de basis lag van menige scoop over de wijdverbreide corruptie in Charleroi. 'Aan de ene kant had je de kleine mededaders die in de gemeentekas graaiden, smeergeld vroegen in ruil voor vergunningen en zichzelf allerlei voordelen toekenden, zoals ex-schepen Claude Despiegeleer (PS) en zijn verwarmingsketel in zijn buitenverblijf in Carcassonne. Aan de andere kant had je de affairistes , een handjevol politici, zakenmensen en bedrijfsrevisoren zonder scrupules, die heel het maatschappelijke leven in Charleroi organiseerden en alles onder elkaar regelden, of het nu ging om de opening van een winkelcentrum, de bouw van een ziekenhuis of de ontwikkeling van een stadion.'
Tien jaar later, verzucht Engels, lopen die 'affairisten' nog steeds vrij rond of worden ze op geheel willekeurige wijze door justitie behandeld. 'De een wordt niet vervolgd. De ander komt weg met een schikking.' Dat laatste is het geval voor zakenman Robert Wagner, bijgenaamd de kleine Albert Frère en een persoonlijke vriend van Jean-Claude Van Cauwenberghe. In eerste aanleg werd
Wagner veroordeeld voor fraude en valsheid in geschrifte, maar hij kocht zijn onschuld af met een schikking van 3 miljoen euro. 'Van Cau, de spin in het web, zal binnenkort dan toch voor de rechter moeten verschijnen,' vertelt Engels, 'maar in kleinere dossiers, omdat men zijn dossier, volgens de aloude salamitechniek, in plakjes heeft opgedeeld.'
Dat Van Cau lange tijd buiten schot bleef, is niet alleen de schuld van de trage en inefficiënte werking van justitie. In 2014, negen jaar na het begin van de affaires, moest het Waals Parlement zich uitspreken over de doorverwijzing van de gevallen keizer van Charleroi naar de correctionele rechtbank. 'PS en MR hebben daar toen een stokje voor gestoken, zogenaamd omdat het dossier te
licht woog. Ik vind het erg dit te moeten zeggen, want ik heb veel respect voor de politiek, maar het is een duidelijk geval van ons kent ons.' Engels zelf werkte drie jaar lang als parlementair medewerker voor de Franstalige groenen van Ecolo rond het thema van goed bestuur.
Een verbijsterend hoofdstuk in het boek gaat over de onderzoeken naar corruptie bij vertrouwelingen van gewezen premier en huidig PS-voorzitter Elio Di Rupo in Bergen. Onderzoeken die in 2011 om politieke redenen werden gesaboteerd, aldus Engels. 'Men heeft toen de 34 uitstekende speurders van de onderzoekscel Polfin - die in 2009 in het leven was geroepen om de politiek-financiële corruptie in Charleroi helemaal uit te spitten - via een complot proberen te destabiliseren. Want hun speurwerk dreigde ook mensen uit de directe entourage van Elio Di Rupo in opspraak te brengen', vertelt Engels. Onder die vertrouwelingen onder meer Pierre Urbain (PS), de gemeentesecretaris van Bergen, die verdacht wordt van deelname aan een criminele organisatie, misbruik van vertrouwen en inbreuken op de bankwetgeving. Hij zou zich via risicovolle investeringen in verboden piramidespelen voor het karretje van een Mexicaans drugskartel hebben laten spannen. Verder ook de machtige voorzitter van een groot intergemeentelijk bedrijf en de wereldberoemde regisseur Franco Dragone, een goede vriend van Elio Di Rupo.
Dragone wordt verdacht van grootschalige belasting- en subsidiefraude. En dan is er Edmée De Groeve, gewezen bestuurster namens de PS bij de NMBS en de Nationale Loterij en voormalige topvrouw van de luchthaven van Charleroi. In die functie volgde ze de eerder genoemde en eveneens wegens corruptie in opspraak gekomen Robert Wagner op. Een ander corruptieonderzoek, waarin
naast De Groeve ook Didier Bellens, de gewezen ceo van Belgacom, een hoofdrol speelt, loopt nog.
In 2013 werd De Groeve in het luchthavendossier dan toch veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden wegens fraude (niet-traceerbare uitgaven met de bedrijfskredietkaart ter waarde van 30.000 euro) en valsheid in geschrifte. Maar onlangs heeft Edmée De Groeve in die zaak een schikking getroffen met het gerecht. De hoogte van de afkoopsom is onbekend. 'De Groeve heeft zichzelf op die manier van elke strafrechtelijke schuld weten vrij te pleiten', aldus Engels.
De speurders die deze gevoelige zaken aan het licht brachten, werden in 2011 op non-actief gesteld. Ze werden immers zelf het doelwit van een strafonderzoek. 'Vanwege een bagatel', zegt Philippe Engels. 'Het ging om restaurant- en verplaatsingskosten die via een verkeerd formulier waren ingediend. Een onbeduidend administratief probleem, dat vervolgens door rechercheurs en magistraten met een duidelijk PS-stempel is omgevormd tot een disciplinaire zaak en zelfs tot een strafonderzoek. Toen de hele zaak uiteindelijk in de openbaarheid kwam, bleek al snel dat er helemaal niets in het dossier van die politieagenten zat, maar toen was de onderzoekscel al ontmanteld.' Verschillende speurders zijn naderhand ziek of depressief geworden.
Waarom moest de speurders een halt worden toegeroepen? 'Het heeft er alle schijn van dat men Elio Di Rupo, die niet rechtstreeks bij de feiten was betrokken maar er wel door beschadigd dreigde te worden, wilde beschermen', aldus Engels. 'Di Rupo was in 2011 premier geworden na 541 dagen politieke crisis. In Franstalig België werd hij gezien als de redder van het vaderland, de laatste dam tegen de separatisten van de N-VA. Ik heb getuigenissen van magistraten en hoge politiefunctionarissen over een geheime vergadering in Brussel in verband met de Bergense dossiers, waar de strekking duidelijk was: we mogen de premier niet in gevaar brengen. Het lijkt er dus sterk op dat in het hart van de staat een complot op poten is gezet om de speurders van Jumet in diskrediet te brengen en hun werkzaamheden te dwarsbomen.'
Engels wijst in zijn boek ook op de invloed van de vrijmetselarij in Henegouwen. Magistraten, advocaten en politiemensen zitten niet zelden in dezelfde loge als verdachten en veroordeelde daders. Bij gemeentesecretaris Pierre Urbain werd een gedetailleerd organogram teruggevonden met namen van magistraten, politiemensen, zakenlui, ambtenaren en politici uit de loge waar hij lid van
was, en die via een ingewikkeld schema van pijlen en doorverwijzingen met elkaar verbonden waren. Elio Di Rupo, die ook in het schema voorkwam, vertelde Philippe Engels desgevraagd dat het om een communicatieketen ging waarmee vrijmetselaars elkaar snel op de hoogte kunnen brengen, bijvoorbeeld in geval van een overlijden. Engels, en met hem ook heel wat rechters en politiemensen in Henegouwen die anoniem over hun onbehagen getuigen, geloven dat het daar niet altijd bij bleef.
'De invloed van de loge op de rechtsgang in Henegouwen had in het verleden veel meer aandacht moeten krijgen. De minister van Justitie had al veel langer zijn of haar positief injunctierecht moeten gebruiken om orde op zaken te stellen', meent Engels, die wel erkent dat de invloed van de loge de voorbije jaren is afgenomen.
Volgens Tranparancy International, een internationale organisatie die corruptie in kaart brengt, presteert België even slecht in de strijd tegen corruptie als Rusland en Mexico. De politieke wil ontbreekt om fraude en corruptie krachtdadig aan te pakken, en justitie heeft te kampen met een chronisch gebrek aan middelen. 'Daar kun je niet naast kijken,' zegt Engels, 'maar los daarvan is onze justitie ook gewoon slecht georganiseerd. Er is een groot tekort aan magistraten die voldoende financieel en fiscaal onderlegd zijn om complexe fraude- en corruptiezaken te behandelen, waardoor die zaken steeds maar uitgesteld worden. Maar daar had men binnen het gerecht al lang een mouw aan kunnen passen, door meer financiële magistraten op te leiden.'
Witteboordencriminelen kunnen zich vaak de beste advocaten veroorloven, die de advocaten van de staat te slim af zijn. 'Speurders leveren doorgaans snel en goed werk in financiële en fiscale dossiers, die ze in een paar jaar afronden. Maar dan beginnen de moeilijkheden. De advocaten van de verdediging maken er een procedureslag van, stellen de onafhankelijkheid van de onderzoeksrechter ter discussie, vragen aanvullende onderzoeksdaden, proberen kortom zo veel mogelijk tijd te winnen, en uiteindelijk verkiest justitie zelf vaak een schikking, om te redden wat er nog te redden valt, maar waardoor fraudeurs vrijuit gaan', vervolgt Philippe Engels.
Als het toch tot een vonnis komt, worden vaak lichte straffen uitgesproken, ook als de feiten bewezen zijn, omdat de redelijke termijn voor een proces is verstreken. 'Ik heb veel van zulke vonnissen gehoord in fraudezaken. De schuld is bewezen, de feiten zijn zwaarwegend, maar inmiddels te oud, en dus wordt een milde straf uitgesproken. De bekende bankier Alfred Bouckaert, die moest
aftreden als voorzitter van Belfius omdat hij betrokken bleek in een zaak uit eind jaren 1980, moet over enkele weken voor de rechter verschijnen. Voor feiten van 25 jaar geleden!'
Philippe Engels bracht onlangs in Le Soir Magazine de zaak-Kubla aan het licht. De gewezen MR-burgemeester van Waterloo wordt ervan verdacht dat hij in opdracht van staalbedrijf Duferco hooggeplaatste Congolese functionarissen en politici probeerde om te kopen. Maar de kans dat ook Kubla op zijn minst gedeeltelijk de dans zal ontspringen, is reëel.
'Een proces in eerste aanleg krijgen we op z'n vroegst over een jaar of vijf. Er komt vast een rogatoire commissie in Congo, om daar getuigen te verhoren, speurders moeten ingewikkelde financiële circuits via belastingparadijzen als Malta, Luxemburg en Zwitserland in kaart brengen. Dat vergt tijd. Een uitspraak in beroep volgt allicht drie jaar later. Dat betekent dat in pakweg 2023 een rechter zal moeten oordelen over feiten die teruggaan tot 2009. Daarvan kun je de afloop nu al voorspellen', denkt Philippe Engels somber.
Het veelkoppige monster van de witteboordencriminaliteit, bedreven door nette dames en heren op hoge posities, lijkt op het eerste gezicht minder schadelijk voor de samenleving dan zogenaamde ordinaire criminaliteit. De schade is collectief, hooguit financieel en vaak moeilijk te becijferen. Maar vergeten wordt dat achter die belastingfraude vaak drugshandel, mensenhandel en georganiseerde misdaad schuilgaan. Het feit dat fraudeurs en financiële oplichters makkelijk vrijuit gaan of met een milde straf wegkomen, tast ook het rechtvaardigheidsgevoel in de samenleving aan. 'Justitie is failliet, hoor je nu vaak', besluit Philippe Engels. 'Ik ben het daarmee eens. Maar ik bedoel dat niet op de eerste plaats in geldelijke zin. Justitie is vooral moreel failliet.'
maandag 27 april 2015
Masonica 2015: terugblik
Masonica 2015 zit erop en felicitaties zijn op zijn plaats voor de organisatie door onder meer Jiri Pragman. Voor een meer gedetailleerd verslag (o.a. wat bezoekersaantallen betreft) is het nog even wachten. Tot het zover is alvast enkele sfeerbeelden. Zie ook de reportage op de RTBF.
vrijdag 17 april 2015
TV Brussel
Uw dienaar gisterenavond op TV Brussel: over de Vrije Universiteit Brussel en vrijmetselarij - met hun overeenkomsten en vooral verschillen.
donderdag 16 april 2015
... en verder
copyright Karl/Knack |
Trouwens, in Knack 16 van 15 april 2015 geeft de satirische laatste pagina van Joël De Ceulaer ('Lastpost') een fictief statement van 'drie vrijmetselaars' weer. Let daarbij vooral op de afbeelding, waarbij een bh-bandje uit het Boek der Heilige Wet komt piepen. Ook één van De Ceulaers voorgangers op de laatste bladzijde van Knack, Koen Meulenaere, gaat in zijn rubriek Kaaiman, in De Tijd van 14 april, in op de zaak-Elias. Alleen jammer dat er bij Meulenaere niet echt meer van satire sprake is maar eerder van een half scheldschrift. 'Dat de VUB geen universiteit is in de conventionele zin, een centrum waar wetenschap wordt beoefend en onderwezen, maar een afgebladderde werkplaats van het Grootoosten van België, was bekend. Logebroeders zingen dezer dagen wel op de eerste rij van de kathedraal vuurvol psalmen voor een overleden koninklijke pilaarbijtster, maar dat hun clowneske genootschap nog altijd bestaat bleek vorige week heel duidelijk.' Terwijl De Ceulaer niet echt grappig is - er was meer uit het gegeven te halen - gaat Meulenaere eerder richting platitude. En dat terwijl hij vroeger echt wel gevat uit de hoek kon komen - ook wanneer het om vrijmetselarij ging.
woensdag 15 april 2015
Steve Stevaert, VUB, Geert Noels... Waar te beginnen?
De afgelopen twee weken zijn op zijn minst gedenkwaardig te noemen. Ik wil mij alvast niet uitlaten over Steve Stevaert. Daarvoor zijn er andere fora. Ook wil ik geen enkel persoonlijk oordeel over hem hier uiten, dat hou ik liefst voor mijzelf.
Laten we even samenvatten. Rond het middaguur van donderdag 2 april komt via twitter en de krantensites de boodschap binnen dat Minister van Staat en voormalig sp.a-voorzitter, Hasselts burgemeester en Limburgs gouverneur vermist is. Enkele uren later wordt het lichaam gevonden in het Albertkanaal. De omstandigheden van zijn overlijden zijn zowel dramatisch als intriest. Ongeveer 24 uur later verschijnt er op twitter een foto van een facebookpost van Willem Elias. In die post, onmiskenbaar geschreven in een emotionele opwelling, verdedigt Elias zijn vriend Stevaert. In de uren vóór zijn wanhoopsdaad werd immers bekend dat deze was doorverwezen naar de correctionele rechtbank, wegens zijn betrokkenheid in een verkrachtingszaak. Ik wil het hier niet hebben over schuld of onschuld, daarvoor dient deze uitzetting van mij niet. Het is wel van belang dat de aanklacht drie jaar naar de feiten gebeurde. Het was vooral rond dit feit dat Willem Elias bijzonder ongepast en eigenlijk ontoelaatbaar reageerde.
Voor wie Willem Elias (nog) niet zou kennen: hij is vandaag decaan aan de Faculteit Psychologie en Opvoedkunde aan de Vrije Universiteit Brussel, voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten, agoog en onmiskenbaar de grootste specialist van wat we 'vrijzinnige' kunst zouden kunnen noemen.
De bewust tweet met de afbeelding verspreidde zich razendsnel, in die mate dat de Vrije Universiteit Brussel vrij snel reageerde: een persoonlijke mening weerspiegelde niet de mening van de universiteit. Maar hiermee was de zaak zeker niet afgehandeld. Vrijdagavond 3 april volgde een formele reactie van VUB-rector Paul De Knop.
Een overzicht van alle mogelijke reacties en opiniestukken kan trouwens via deze link worden bekeken.
Na het paasweekend kwam de maçonnieke link in de aandacht van de sociale media. Want waren professor Elias en Steve Stevaert immers niet allebei logelid? En socialist? Dat eerste klopte alvast, dat tweede zeker niet. Stevaert was trouwens lid van de Hasseltse GLB-werkplaats La Tolérance, gevestigd in een flatgebouw in het centrum van de stad. Lid werd hij trouwens pas begin jaren 2000, zeg maar op het hoogtepunt van zijn politieke macht. Joël De Ceulaer schreef eerder al over de Hasseltse vrijmetselarij in de artikelenreeks in De Standaard van januari 2012.
Haal daar de factor-VUB nog eens bij en je krijgt een zeer stevig fundament voor een antimaçonniek verhaal waarbij begrippen zoals 'ons-kent-ons', 'de hand boven het hoofd houden' en het 'vrijmetselaarsnest' van de Vrije Universiteit Brussel elkaar versterken. Bijkomend: het is een publiek geheim dat rector De Knop ook vrijmetselaar is. Dit biedt een stevige basis voor een verhaal waarbij uitdrukkingen zoals 'ons-kent-ons', 'maçonnieke bescherming' en het 'vrijmetselaarsnest' van de Vrije Universiteit Brussel elkaar vinden en versterken.
Het hek is dan helemaal van de dam wanneer econoom Geert Noels, op dinsdag 7 april op zijn facebookpagina schrijft dat de Loge bewust de uitspraken van Willem Elias met de mantel der liefde bedekt. De Morgen van 8 april citeert Noels verder: 'Zou het geen goed idee zijn dat de loge, waarvan de leden allerlei sleutelposities bekleden, duidelijkheid geeft over wie haar leden zijn? (...) De loge is een organisatie geworden die de democratie omzeilt en haar invloed gebruikt om haar elite naar de macht te sturen. Die macht corrumpeert. En degenen die te dicht staan bij deze vorm van macht worden blind. Zoals Willem Elias.'
Geert Noels gaf verdere verduidelijking de volgende dag in De Wereld Vandaag op Radio 1, hier te beluisteren.
In de uren daaraan voorafgaand was ondergetekende aan de lijn met journalisten van (eveneens) Radio 1, Het Laatste Nieuws en De Morgen, met telkens dezelfde vragen: hoe zit het met de macht van de loge? Houden vrijmetselaars de touwtjes in handen op de VUB? Waarom neemt Elias geen ontslag?
Laten we alvast een conclusie uit dit hele verhaal trekken: de uitspraken van Willem Elias hebben het imago van de Vrije Universiteit Brussel onvoorstelbaar veel schade berokkend. Over anderhalve week is het daar infodag. Daarstraks hoorde ik al van de dienst marketing dat ze zich zo goed als mogelijk trachten voor te bereiden om allerhande vragen en veronderstellingen, voortvloeiend uit de hele zaak. Om enigszins tegen de stroom in te gaan, en anticiperend op het uitvoerig artikel dat op zaterdag 11 april in De Morgen zou verschijnen, werd er een tweet gelanceerd, richting Geert Noels. De tweet werd vrijdagochtend 10 april geplaatst en vrij snel geretweet door de officiële twitter-account van de VUB.
Er kwam (nog) geen reactie. Maar: het aanbod blijft gelden. Beste heer Noels, ik ken een paar uitstekende restaurants in de buurt van de universiteit ;-)
En inderdaad, de weekendbijlage van De Morgen ging uitvoerig op de affaire in en haalde tegelijk een aantal oude koeien uit de gracht. De veronderstelling als zou 80% van het leidend VUB-kader tot de vrijmetselarij behoren is een kwakkel. Maar, zoals rector De Knop in dezelfde krant onderstreepte, als dit idee de ronde doet, is er een ernstig imagoprobleem. En in feite gebeurt nu exact hetzelfde als in 2008, bij het ontslag van een welbepaalde professor in de Communicatiewetenschappen. Bij die gelegenheid schreef het studentenblad De Moeial: 'Door de consternatie van de afgelopen maand is het imago van de VUB als loge-hol weer eens bevestigd. Studenten van andere universiteiten vragen me zelfs af of ik - als student van de VUB - ze niet in contact kan brengen met de mannen met winkelhaken en passers. De aantrekkingskracht strekt zelfs tot de Leuvense braverikken'.
Alle copyright van de overgenomen media ligt bij de respectievelijke uitgeverijen.
Haal daar de factor-VUB nog eens bij en je krijgt een zeer stevig fundament voor een antimaçonniek verhaal waarbij begrippen zoals 'ons-kent-ons', 'de hand boven het hoofd houden' en het 'vrijmetselaarsnest' van de Vrije Universiteit Brussel elkaar versterken. Bijkomend: het is een publiek geheim dat rector De Knop ook vrijmetselaar is. Dit biedt een stevige basis voor een verhaal waarbij uitdrukkingen zoals 'ons-kent-ons', 'maçonnieke bescherming' en het 'vrijmetselaarsnest' van de Vrije Universiteit Brussel elkaar vinden en versterken.
Het hek is dan helemaal van de dam wanneer econoom Geert Noels, op dinsdag 7 april op zijn facebookpagina schrijft dat de Loge bewust de uitspraken van Willem Elias met de mantel der liefde bedekt. De Morgen van 8 april citeert Noels verder: 'Zou het geen goed idee zijn dat de loge, waarvan de leden allerlei sleutelposities bekleden, duidelijkheid geeft over wie haar leden zijn? (...) De loge is een organisatie geworden die de democratie omzeilt en haar invloed gebruikt om haar elite naar de macht te sturen. Die macht corrumpeert. En degenen die te dicht staan bij deze vorm van macht worden blind. Zoals Willem Elias.'
Geert Noels gaf verdere verduidelijking de volgende dag in De Wereld Vandaag op Radio 1, hier te beluisteren.
In de uren daaraan voorafgaand was ondergetekende aan de lijn met journalisten van (eveneens) Radio 1, Het Laatste Nieuws en De Morgen, met telkens dezelfde vragen: hoe zit het met de macht van de loge? Houden vrijmetselaars de touwtjes in handen op de VUB? Waarom neemt Elias geen ontslag?
Laten we alvast een conclusie uit dit hele verhaal trekken: de uitspraken van Willem Elias hebben het imago van de Vrije Universiteit Brussel onvoorstelbaar veel schade berokkend. Over anderhalve week is het daar infodag. Daarstraks hoorde ik al van de dienst marketing dat ze zich zo goed als mogelijk trachten voor te bereiden om allerhande vragen en veronderstellingen, voortvloeiend uit de hele zaak. Om enigszins tegen de stroom in te gaan, en anticiperend op het uitvoerig artikel dat op zaterdag 11 april in De Morgen zou verschijnen, werd er een tweet gelanceerd, richting Geert Noels. De tweet werd vrijdagochtend 10 april geplaatst en vrij snel geretweet door de officiële twitter-account van de VUB.
Er kwam (nog) geen reactie. Maar: het aanbod blijft gelden. Beste heer Noels, ik ken een paar uitstekende restaurants in de buurt van de universiteit ;-)
En inderdaad, de weekendbijlage van De Morgen ging uitvoerig op de affaire in en haalde tegelijk een aantal oude koeien uit de gracht. De veronderstelling als zou 80% van het leidend VUB-kader tot de vrijmetselarij behoren is een kwakkel. Maar, zoals rector De Knop in dezelfde krant onderstreepte, als dit idee de ronde doet, is er een ernstig imagoprobleem. En in feite gebeurt nu exact hetzelfde als in 2008, bij het ontslag van een welbepaalde professor in de Communicatiewetenschappen. Bij die gelegenheid schreef het studentenblad De Moeial: 'Door de consternatie van de afgelopen maand is het imago van de VUB als loge-hol weer eens bevestigd. Studenten van andere universiteiten vragen me zelfs af of ik - als student van de VUB - ze niet in contact kan brengen met de mannen met winkelhaken en passers. De aantrekkingskracht strekt zelfs tot de Leuvense braverikken'.
Alle copyright van de overgenomen media ligt bij de respectievelijke uitgeverijen.
donderdag 19 maart 2015
Visie op vrijmetselarij, 1968
De Nieuwe Gazet, een ter ziele gegane liberale krant uit Antwerpen, berichtte in haar editie van 8 november 1968 over een voordracht, die de Nederlandse socioloog Sjoerd Groenman over vrijmetselarij bracht. Groenman zelf was trouwens lid van een werkplaats onder het Grootoosten der Nederlanden. De berichtgeving is op zijn minst interessant te noemen, zeker wanneer het gaat over de afwezigheid van vrouwen in de loges. Al bij al staan hieronder totaal achterhaalde visies geformuleerd.
'Tussen de Nederlandse en Belgische vrijmetselarij moet alvast dit grondig onderscheid worden aangestipt, dat de Katholieke Kerk er bij de Nederlanders niet, en bij ons wel afkering tegenover staat. Tegenkanting van godsdienstige kant heeft de grootloges - zoals de landelijke organisaties van de vrijmetselaars heten - in ons land en ook in Italië en in Frankrijk van de weersomstuit antireligieus en anti-clericaal getint. Maar als de onwetendheid van de buitenstaanders niet zo groot was dan zouden de scherpe kanten, die de vrijmetselarij in veler ogen ongenietbaar maakt wellicht worden afgerond...
In Nederland is het niet zeldzaam dat de katholieken tot de orde van vrijmetselaars toetreden, en hetzelfde geldt voor landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Het ideaal van de vrijmetselaar is nog steeds: bouwen aan de tempel die de mensheid in haar geheel en ieders mens op zichzelf is. En voorts het aanblazen van het licht dat brandt in de mensheid van ieder mens. Volkomen lofwaardige bedoelingen dus, en helemaal niets om in het verborgene te verrichten. Het grondbeginsel van de vrijmetselarij is geen vage aansporing tot het verbeteren van de maatschappij, maar wel deze stelregel: wie de wereld wil verbeteren moet beginnen met zichzelf. Hieruit blijkt dat niemand wordt uitgesloten van de Orde: joden, christenen, vrijzinnigen en islamieten, kerkelijken en onkerkelijken kunnen goede vrijmetselaars zijn, als zij maar geloven dat het leven een zin heeft. Het wezen dat deze zin aan het leven geeft wordt door de vrijmetselaars Opperbouwmeester genoemd.
Volgens prof. Groenman ontleent ieder mens zijn vrijheid en waardigheid aan zijn binding met dit middelpunt van het heelal. Deze broederschap noemen de vrijmetselaars "het geheim".
De geschiedenis van de vrijmetselarij verklaart al afdoende waarom er geen vrouwen worden in toegelaten. Er waren geen vrouwen onder de metselaars, vandaar.
Van de uitwisseling van vakknepen is de bezigheid van de metselaars tot wat anders uitgegroeid. Thans komen de loges geregeld bijeen om van gedachten te wisselen over actuele sociale en morele problemen.
Om nog even terug te komen op het ontbreken van vrouwen. Hun aanwezigheid zou in de loges problemen kunnen doen ontstaan die niet stroken met het ideaal van de orde. Dit is tenminste wat prof. Groenman in zijn lezing te kennen gaf."
dinsdag 17 februari 2015
Masonica 2015 in La Libre Belgique
La Libre Belgique maakt in artikel van maandag 16 februari 2015 melding van Masonica. Van de zowat 50 aanwezig auteurs wordt ondergetekende geciteerd als enige Vlaming.
zaterdag 14 februari 2015
Boudewijn en abortus
Onderstaande satire verscheen in het Vriendenboek aangeboden naar aanleiding van het emeritaat van prof.dr. Machteld De Metsenaere, onder redactie van Gily Coene, Dave De Ruysscher, Ann Mares en Eva Schandevyl. Brussel, 13 februari 2015, pp.83-89.
Iets over koning Boudewijn en abortus. En ook nog over vrijzinnigheid.
De beeltenis van koning Boudewijn leende zich uitstekend voor postzegels, ansichtkaarten, blikken koekjestrommels en herdenkingsmunten. Deze bijzondere zijtak van het nationaal economisch gebeuren beleefde hoogdagen in het begin van de jaren ’90, toen de vorst gehuldigd werd om zijn veertigjarige staat van dienst, en min of meer op hetzelfde ogenblik zijn zestigste verjaardag vierde. Wie op zoek is naar een muntenset van stukken van 10 ECU, mooi verpakt in een etuitje met het 60-40 logo, of naar een stapeltje enveloppen met een niet-echt-gelijkende portrettekening van de gevierde aan de linkervoorzijde, kan een blik werpen op eBay. Occasioneel kwamen die dingen ook in andere instanties dan het BELvue-museum terecht. Op de schouw van een devote kloosterzuster bijvoorbeeld. Want het godsbesef van de vijfde koning der Belgen bevond zich buiten categorie, zeker wanneer het vergelijk met zijn illustere voorgangers wordt gemaakt. Veel verhalen doen hierover de ronde, en de meeste zijn waarschijnlijk juist. Terwijl de vorst over een rechtstreekse telefoonlijn met deus pantocrator beschikte – of op zijn minst met diens PR-verantwoordelijke kardinaal Suenens – kon hetzelfde moeilijk beweerd worden van de connectie met de vrijzinnige gemeenschap. Boudewijn respecteerde ongetwijfeld de vrijzinnig-humanistische landgenoten, maar zijn ideeën over bepaalde ethische dossiers stonden haaks op deze van de vrijzinnigen/humanisten/vrijdenkers/agnosten/atheïsten (schrappen wat niet past).
Boudewijns morele bezwaren om in 1990 de gestemde abortuswet te ondertekenen brachten het land in een politieke crisis. Het verhaal is bekend: omwille van gewetensbezwaren kon de kinderloze Boudewijn niet een wet ondertekenen het beëindigen van ongeboren leven zou legitimeren. De koninklijke weigering was echter de laatste hindernis in een ware calvarietocht, waar juristen, pilaarbijters, papenvreters, opiniemakers, populisten en occasioneel een Spaanse edeldame het grote gelijk probeerden te halen. Dit gebeurde enkele maanden vóór de 60-40 viering, zodat alle geproduceerde memorabilia ei zo na rechtstreeks op de rommelmarkten terechtkwamen. Het doorzagen van de poten van de troon werd verijdeld door Wilfried Martens, die daarvoor een vers blik constitutionele trucs had opengetrokken.
In feite was de kern van de zaak een Babylonische spraakverwarring. Want hoe kon ‘abortus’ immers worden gedefinieerd? Ging het hierbij om de vrije keuze van de vrouw of handelde zij hierdoor immoreel? Was abortus enkel maar toe te staan wanneer er gegronde medische of andere redenen voor waren? En wat met al die mannen, genre Willy Calewaert en Roger Lallemand, die dit recht steunden? Daardoor leek het wel alsof ze over abortus een promopraatje hielden. In tijden van twijfel kon er altijd naar het Strafwetboek worden gegrepen. Artikels 348 tot en met 353 waren duidelijk: ‘Hij die door spijzen, dranken, artsenij, door geweld of door enig ander middel opzettelijk vruchtafdrijving veroorzaakt bij een vrouw die daarin niet heeft toegestemd, wordt gestraft met opsluiting.’ Om alle misverstanden te vermijden: ook wanneer die zou gebeuren ‘bij een vrouw die daarin wel toestemde’ riskeerden de betrokkenen een gevangenisstraf van twee tot vijf jaar.
In 1923 werd in het parlement een reeks van discussies gevoerd over de ‘bevordering van anticonceptiva’ – met wat goede wil zou je kunnen stellen dat anticonceptiva een abortus veroorzaakten alvorens er van zwangerschap sprake was. Het is bijzonder interessant en soms zelfs wat vermakelijk om de debatten hierover in statige Paleis der Natie te lezen. In 1922 diende Henri Carton de Wiart, zowat de peetvader van de christendemocraten, een wetsvoorstel in om alle mogelijke propaganda die tot ‘vruchtafdrijving’ en anticonceptiva zou aanzetten te beteugelen. In de Kamer van Volksvertegenwoordigers haalden de eerste en tweede violen van de Katholieke Partij alles uit de kast om ‘de schaamteloze reclamemiddelen tot opzettelijke onvruchtbaarheid, in dagbladen, prospectussen en aankondigingen van allerlei aard’ te onderdrukken. Terzelfdertijd moest er worden opgetreden tegen de ‘gewetenloze speculanten’ die hun producten ‘verraderlijk’ in de woonhuizen hadden binnengesmokkeld die werden ‘uitgedacht en aangewend om dood te brengen waar het leven geboren werd’. Dit soort ‘propaganda’ diende trouwens enkel om ‘andermans driften te bevredingen’, dixit liberaal Justitieminister Fulgence Masson. Het wetsvoorstel werd vertaald naar artikels 383 en 384 van het Belgisch Strafwetboek. Tot 1973 was 'promotie' van voorbehoudsmiddelen bijgevolg illegaal, hoewel menig rubberproducent wel andere manieren vond om zijn producten aan de man te brengen.
Een van de grootste verdedigers van het wetsvoorstel was ene Valentin Brifaut, die vóór de Eerste Wereldoorlog nog secretaris was geweest van de Antivrijmetselaarsbond. Daarna werd hij een van de bezielers van de katholieke scouts en geraakte hij bevriend met de Brusselse striptekenaar Georges Remi alias Hergé. Deze laatste modelleerde vervolgens zijn creatie Kuifje naar Valentin – Tintin – Brifaut. Zoon Henry Brifaut hield zich ver van politiek verwijderd maar was des te meer in het scoutisme betrokken. Henry nam tijdens de Tweede Wereldoorlog een jonge scout onder zijn hoede: de hertog van Brabant. Later vervoegde ook de prins van Luik de groep.
Flash forward naar de jaren 1980. De hertog van Brabant is al lang Koning der Belgen. Zijn vader had het al te bont had gemaakt en tegen teveel schenen geschopt. Aan het slot van de Koningskwestie werd Leopold verplicht om zijn brugpensioen aan te vragen.
Intussen bleef abortus strafbaar. Dit weerhield ongewenst zwangere vrouwen er niet van om een citytrip naar Amsterdam te boeken. Het was nog altijd beter dan zeepwater te gebruiken, of dan creatief om te springen met een breinaald. Hulp kwam er vanuit de plaatselijke vrijzinnige verenigingen. Al dan niet geïnspireerd door passers en winkelhaken toerden sprekers doorheen het Vlaamse land met voordrachten over gezinsplanning. Achter gesloten deuren regelen ze vervoer naar het buitenland om er een abortus te laten uitvoeren. Zo nu en dan namen ze ook wel een urne met de gecremeerde resten van een dierbare overledene mee – om de simpele reden dat het toen in België niet toegestaan was om de as uit te strooien. Deze geëngageerde vrijwilligers waren steeds op hun hoede voor de ijverige BOB. De Bijzondere Opsporingsbrigade stuurde haar mannetjes uit die incognito de ‘voorlichtingsavonden’ van de vrijzinnige verenigingen bijwoonden. Door hun beige regenjassen en hun prominente rijkswachterssnor lukte het niet altijd even goed om onopvallend in het publiek op te gaan.
In Namen ging dokter Willy Peers een stapje verder. In de vroege jaren 1970 voerde hij een reeks van – uiteraard illegale – zwangerschapsonderbrekingen uit. Totdat hij in 1973 tegen de lamp liep. De zaak-Peers veroorzaakte een kantelmoment. De hopeloos achterhaalde artikels wat de ‘promotie’ van voorbehoedsmiddelen betrof werden uit het Strafwetboek gehaald. Maar wat met opzettelijke zwangerschapsonderbrekingen of abortus provocatus? De Antwerpse socialist Willy Calewaert had al in 1971 een wetsvoorstel ingediend om abortus te legaliseren. Zoals verwacht bleef dit zonder direct resultaat. De Katholieke Kerk wou er niet aan denken om zo een uiting van zedenverval te kunnen toestaan. Zo modern was ze met het Tweede Vaticaans Concilie nu ook weer niet geworden. Maar toch hadden Calewaert en Peers iets in beweging gezet. Ook de robuuste PVV-ster Lucienne Herman-Michielsens begon zich met de zaak te bemoeien, met in haar kielzog Roger Lallemand van de PS.
Na veel vijven en zessen kwam de abortuskwestie op het bord van de regeringen Martens.
Premier Wilfried Martens, wiens brillenglazen per legislatuur alleen maar in omvang leken toe te nemen, zat met de zaak verveeld. Zijn Christelijke Volkspartij was de hoeder van katholieke volksgeest van de Vlaming – zo leek het althans toch in die jaren. In vrijzinnige middens was ‘CVP-er’ haast een scheldwoord, dat evenzeer beledigend was als ‘tsjeef’, ‘kaloot’ of ‘sis’. Aan vrijzinnige zijde was de ergernis over de vermaledijde ‘CVP-staat’ groot. Subtiliteit en nuances waren soms zoek: één van de tijdschriften van de Humanistische Jongeren ging ergens in de jaren 1970 ooit de deur uit met een afbeelding van Leo Tindemans, omgeven door hakenkruisen.
Tegen het einde van de jaren 1980 leek het tij te keren. De doorsnee Vlaming trok zich veel minder van de katholieke besognes aan dan een generatie eerder, en op politiek vlak maakten ambetanteriken zoals Guy Verhofstadt, José Happart en de rooie rakkers van De Morgen het de CVP-hegemonie knap lastig. Maar toch: op cruciale momenten werd het katholiek karakter van Vlaanderen in de verf gezet. Zo hadden de vrijzinnige verenigingen het pausbezoek van mei 1985 nauwelijks verteerd. Johannes Paulus II werd door de gestelde lichamen als een halve rockster onthaald, hoewel de georganiseerde vrijzinnigheid kosten nog moeite spaarde om haar ongenoegen te laten blijken. Een astronomisch bedrag aan verzendkosten werd betaald om protestbrieven aan allerhande instanties te bezorgen, maar tevergeefs. Het was tegen die achtergrond dat een zwaarwichtig ethisch dossier als abortus op tafel kwam.
In het parlement leek het alsof het ene wetsvoorstel na het andere werd ingediend om de kwestie uit de onwettigheid te halen. De inkt van het voorstel van Lallemand was nog niet droog of daar stond Léona Detiège al met haar ideeën. Nog in 1987 bezwoer de CVP dat abortus te allen tijden verboden moest blijven. Tenzij de zwangerschap ernstige en blijvende schade voor de vrouw zou inhouden. De abortuskwestie joeg niet enkel de christendemocraten in de gordijnen. Toeval of niet, maar de nacht vóórdat Roger Lallemand een praatje over de zaak zou houden in de maçonnieke beslotenheid van de Lakensestraat in Brussel ging er een bom af. In een straal van meerdere meters sloegen alle ruiten aan diggelen. De daders werden trouwens nooit gevonden. Sommigen dachten dat de CCC erachter zat: de communisten moesten traditioneel niets van de salonsocialisten van het Grootoosten weten. Anderen wezen een beschuldigende vinger richting Pro Vita. De militante anti-abortusliga kon niet meteen van fijnzinnigheid verdacht worden. In die jaren stuurden ze zelfs foto’s van geaborteerde foetussen naar de krantenredacties om de nodige horror op te wekken. Zelfs de meest rabiate kattekoppen van de CVP waren koorknapen vergeleken met de fundamentalisten van Pro Vita. Hoe dan ook: had het springtuig haar impact een half metertje meer naar rechts gekend dan had deze de gasleiding geraakt. Om de woorden van Grootmeester Sylvain Loccufier te parafraseren: de halve straat was dan in de lucht gegaan.
Intussen was Wilfried Martens aan zijn achtste regering begonnen, met de steun van de PS, SP en de Volksunie. Gesmeed door onderhandelaar Jean-Luc Dehaene werd er, in de finale nacht vóór de afkondiging van het regeerakkoord, nog drie uur gepalaverd over de abortuskwestie. Het finale wetsvoorstel van Lallemand en Herman-Michielsens was immers op 19 april 1988 neergelegd. De nieuwe regering nam zich voor om, vóór het einde van het jaar, met een oplossing te komen. Vanaf dan werd de uitputtingsslag tussen voor- en tegenstanders in de media uitgevochten. Partijvoorzitters, would-be partijvoorzitters, eerste- en tweederangs opiniemakers en zo nu en dan een verloren gelopen academicus kregen een microfoon onder de neus geduwd om hun mening over deze delicate kwestie met het volk te delen.
Jaak Gabriëls – toen Volksunie, later VLD en nu vergetelheid – pleitte voor respect voor het ongeboren leven maar ook even zeer voor respect voor ieders mening. Eric en Herman Van Rompuy – de 20e-eeuwse incarnaties van de gebroeders Dechamps – bleven hameren op het grote taboe dat abortus was. Het Vaticaan en de Belgische bisschoppen schermden met hel en verdoemenis en de onbespreekbaarheid van zwangerschapsonderbreking. De proffen geneeskunde van de KULeuven noemden abortus zowat medisch onverantwoord. Gazet van Antwerpen, spreekbuis van conservatief rechts, had het onzalige idee om norbertijn Werenfried van Straaten – alias de spekpater – om diens mening te vragen. De spekpater, die overal communistische complotten zag, meende dat de legalisering van abortus de weg vrijmaakte naar de rehabilitatie van Hitler. En o ja, het Vlaams Blok was ook tegen. Maar die partij was eigenlijk tegen alles behalve Vlaamse onafhankelijkheid.
Zoals typisch voor het Belgisch politiek gebeuren geraakte de zaak natuurlijk niet opgelost vóór de jaarwissel met 1989. De vrijzinnige neuzen in Kamer en Senaat stonden uiteraard pro-abortus, vonden bondgenoten bij de Volksunie en enkele groenen, en brachten zo de christendemocraten en het Vlaams Blok in de minderheid. De kwestie sleepte intussen langer aan dan een doorsnee regeringsvorming. Bij premier Martens brak het angstzweet uit. De zomer ging voorbij, een nieuw parlementair jaar brak aan en pas in het voorjaar van 1990 kwam het effectief tot stemming. De CVP/PSC waren door hun coalitiepartners voor schut gezet; het wetsvoorstel had het gehaald. Maar nu moest Martens de finale hindernis nemen: Boudewijn overhalen om zijn handtekening onder de nieuwe wet te plaatsen.
Stricto senso was dit een formaliteit. Maar de koning had eerder al aan Martens laten weten dat zijn geweten hem ervan weerhield om te tekenen. Door zijn lange staat van dienst leek Boudewijn onaantastbaar. Met knikkende knieën trok de premier naar Laken. En effectief: er werd niets ondertekend. Snel moest er een oplossing worden gezocht. Gelukkig beschikte België over een zeer ruim interpreteerbare Grondwet. En zo werd Boudewijn via een constitutionele hocus-pocus voor 48 uur aan de kant geschoven, lang genoeg voor de voltallige regering om in naam van de afwezige vorst de abortuswet te bekrachtigen. De wet van 3 april 1990 is zowat de enige die niet door het geheel van de Belgische regering werd ondertekend. Het leek wel een goddelijke ironie dat uitgerekend de christendemocraten op die manier gedwongen werden om de abortusregeling letterlijk te onderschrijven.
Aan vrijzinnige zijde leek men door de krachttermen heen te zitten om deze toestand te verwoorden. Tot dan toe werd alle geschut gericht op de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en de katholieke personaliteiten en verenigingen. Nu kwam Boudewijn, en in het verlengde daarvan het hele koninklijk instituut, in de vrijzinnige vuurlinie te liggen. Een veertig jaar lang opgebouwd vertrouwen lag in scherven. De communicatiemedewerkers van de vrijzinnige verenigingen leken wel in overdrive te gaan. Ook kersvers HV-voorzitter Loccufier kon voor een keertje niet lachen. Het Humanistisch Vrijzinnig Vormingswerk, een spin-off van het Humanistisch Verbond, riep op tot troonsafstand: Boudewijn had zich immers als halve CVP-er geuit. Of nog erger: als aanhanger van het Davidsfonds, dat bij monde van voorzitter Lieven van Gerven regelrechte beledigingen aan het adres van de vrijzinnigen had geuit. De Unie Vrijzinnige Verenigingen meende dat de vorst, Tindemans-gewijs, de Grondwet als een vodje papier had beschouwd. Haar Franstalige tegenhanger, het Centre d’Action laïque, liet meteen weten haar kat te zullen sturen naar de gepland koninklijk jubileum. De Oudstudentenbond van de VUB dreigde ermee Boudewijns erelidmaatschap in te trekken – wat echter niet kon gebeuren omdat de koning helemaal geen OSB-erelid bleek te zijn. En zo had zowat iedere vrijzinnige vereniging, gaande van het August Vermeylenfonds en het Willemsfonds tot de HVV-afdeling van Langemark-Poelkapelle, een mening over het koninklijk manoeuvre.
Zette dit veel zoden aan de dijk? Enkele weken later was het voor alle betrokken partijen weer business as usual. Boudewijn was in zijn functies hersteld, Wilfried Martens zag voor een keertje zijn regering overeind blijven en de vrijzinnigen gingen over tot de quasi-heiligverklaring van Lucienne Herman-Michielsens, die in 1991 de Prijs Vrijzinnig Humanisme mocht ontvangen.
Door het plotse overlijden van Boudewijn in de zomer van 1993, en de collectieve zinsverbijstering die daarop volgde, leek de mini-Koningskwestie herleid te zijn tot een voetnoot in de Belgische politieke geschiedenis. Wat er in die bewuste dagen tussen vorst en premier werd gezegd blijft verhuld door het colloque singulier. Wat er tussen vrijzinnigen onderling werd gezegd is – meestal – minder verhuld. Er is dus hoop voor de historicus, die de zaken doortastender aanpakt dan ondergetekende.
Jimmy Koppen
De beeltenis van koning Boudewijn leende zich uitstekend voor postzegels, ansichtkaarten, blikken koekjestrommels en herdenkingsmunten. Deze bijzondere zijtak van het nationaal economisch gebeuren beleefde hoogdagen in het begin van de jaren ’90, toen de vorst gehuldigd werd om zijn veertigjarige staat van dienst, en min of meer op hetzelfde ogenblik zijn zestigste verjaardag vierde. Wie op zoek is naar een muntenset van stukken van 10 ECU, mooi verpakt in een etuitje met het 60-40 logo, of naar een stapeltje enveloppen met een niet-echt-gelijkende portrettekening van de gevierde aan de linkervoorzijde, kan een blik werpen op eBay. Occasioneel kwamen die dingen ook in andere instanties dan het BELvue-museum terecht. Op de schouw van een devote kloosterzuster bijvoorbeeld. Want het godsbesef van de vijfde koning der Belgen bevond zich buiten categorie, zeker wanneer het vergelijk met zijn illustere voorgangers wordt gemaakt. Veel verhalen doen hierover de ronde, en de meeste zijn waarschijnlijk juist. Terwijl de vorst over een rechtstreekse telefoonlijn met deus pantocrator beschikte – of op zijn minst met diens PR-verantwoordelijke kardinaal Suenens – kon hetzelfde moeilijk beweerd worden van de connectie met de vrijzinnige gemeenschap. Boudewijn respecteerde ongetwijfeld de vrijzinnig-humanistische landgenoten, maar zijn ideeën over bepaalde ethische dossiers stonden haaks op deze van de vrijzinnigen/humanisten/vrijdenkers/agnosten/atheïsten (schrappen wat niet past).
Boudewijns morele bezwaren om in 1990 de gestemde abortuswet te ondertekenen brachten het land in een politieke crisis. Het verhaal is bekend: omwille van gewetensbezwaren kon de kinderloze Boudewijn niet een wet ondertekenen het beëindigen van ongeboren leven zou legitimeren. De koninklijke weigering was echter de laatste hindernis in een ware calvarietocht, waar juristen, pilaarbijters, papenvreters, opiniemakers, populisten en occasioneel een Spaanse edeldame het grote gelijk probeerden te halen. Dit gebeurde enkele maanden vóór de 60-40 viering, zodat alle geproduceerde memorabilia ei zo na rechtstreeks op de rommelmarkten terechtkwamen. Het doorzagen van de poten van de troon werd verijdeld door Wilfried Martens, die daarvoor een vers blik constitutionele trucs had opengetrokken.
In feite was de kern van de zaak een Babylonische spraakverwarring. Want hoe kon ‘abortus’ immers worden gedefinieerd? Ging het hierbij om de vrije keuze van de vrouw of handelde zij hierdoor immoreel? Was abortus enkel maar toe te staan wanneer er gegronde medische of andere redenen voor waren? En wat met al die mannen, genre Willy Calewaert en Roger Lallemand, die dit recht steunden? Daardoor leek het wel alsof ze over abortus een promopraatje hielden. In tijden van twijfel kon er altijd naar het Strafwetboek worden gegrepen. Artikels 348 tot en met 353 waren duidelijk: ‘Hij die door spijzen, dranken, artsenij, door geweld of door enig ander middel opzettelijk vruchtafdrijving veroorzaakt bij een vrouw die daarin niet heeft toegestemd, wordt gestraft met opsluiting.’ Om alle misverstanden te vermijden: ook wanneer die zou gebeuren ‘bij een vrouw die daarin wel toestemde’ riskeerden de betrokkenen een gevangenisstraf van twee tot vijf jaar.
In 1923 werd in het parlement een reeks van discussies gevoerd over de ‘bevordering van anticonceptiva’ – met wat goede wil zou je kunnen stellen dat anticonceptiva een abortus veroorzaakten alvorens er van zwangerschap sprake was. Het is bijzonder interessant en soms zelfs wat vermakelijk om de debatten hierover in statige Paleis der Natie te lezen. In 1922 diende Henri Carton de Wiart, zowat de peetvader van de christendemocraten, een wetsvoorstel in om alle mogelijke propaganda die tot ‘vruchtafdrijving’ en anticonceptiva zou aanzetten te beteugelen. In de Kamer van Volksvertegenwoordigers haalden de eerste en tweede violen van de Katholieke Partij alles uit de kast om ‘de schaamteloze reclamemiddelen tot opzettelijke onvruchtbaarheid, in dagbladen, prospectussen en aankondigingen van allerlei aard’ te onderdrukken. Terzelfdertijd moest er worden opgetreden tegen de ‘gewetenloze speculanten’ die hun producten ‘verraderlijk’ in de woonhuizen hadden binnengesmokkeld die werden ‘uitgedacht en aangewend om dood te brengen waar het leven geboren werd’. Dit soort ‘propaganda’ diende trouwens enkel om ‘andermans driften te bevredingen’, dixit liberaal Justitieminister Fulgence Masson. Het wetsvoorstel werd vertaald naar artikels 383 en 384 van het Belgisch Strafwetboek. Tot 1973 was 'promotie' van voorbehoudsmiddelen bijgevolg illegaal, hoewel menig rubberproducent wel andere manieren vond om zijn producten aan de man te brengen.
Een van de grootste verdedigers van het wetsvoorstel was ene Valentin Brifaut, die vóór de Eerste Wereldoorlog nog secretaris was geweest van de Antivrijmetselaarsbond. Daarna werd hij een van de bezielers van de katholieke scouts en geraakte hij bevriend met de Brusselse striptekenaar Georges Remi alias Hergé. Deze laatste modelleerde vervolgens zijn creatie Kuifje naar Valentin – Tintin – Brifaut. Zoon Henry Brifaut hield zich ver van politiek verwijderd maar was des te meer in het scoutisme betrokken. Henry nam tijdens de Tweede Wereldoorlog een jonge scout onder zijn hoede: de hertog van Brabant. Later vervoegde ook de prins van Luik de groep.
Flash forward naar de jaren 1980. De hertog van Brabant is al lang Koning der Belgen. Zijn vader had het al te bont had gemaakt en tegen teveel schenen geschopt. Aan het slot van de Koningskwestie werd Leopold verplicht om zijn brugpensioen aan te vragen.
Intussen bleef abortus strafbaar. Dit weerhield ongewenst zwangere vrouwen er niet van om een citytrip naar Amsterdam te boeken. Het was nog altijd beter dan zeepwater te gebruiken, of dan creatief om te springen met een breinaald. Hulp kwam er vanuit de plaatselijke vrijzinnige verenigingen. Al dan niet geïnspireerd door passers en winkelhaken toerden sprekers doorheen het Vlaamse land met voordrachten over gezinsplanning. Achter gesloten deuren regelen ze vervoer naar het buitenland om er een abortus te laten uitvoeren. Zo nu en dan namen ze ook wel een urne met de gecremeerde resten van een dierbare overledene mee – om de simpele reden dat het toen in België niet toegestaan was om de as uit te strooien. Deze geëngageerde vrijwilligers waren steeds op hun hoede voor de ijverige BOB. De Bijzondere Opsporingsbrigade stuurde haar mannetjes uit die incognito de ‘voorlichtingsavonden’ van de vrijzinnige verenigingen bijwoonden. Door hun beige regenjassen en hun prominente rijkswachterssnor lukte het niet altijd even goed om onopvallend in het publiek op te gaan.
In Namen ging dokter Willy Peers een stapje verder. In de vroege jaren 1970 voerde hij een reeks van – uiteraard illegale – zwangerschapsonderbrekingen uit. Totdat hij in 1973 tegen de lamp liep. De zaak-Peers veroorzaakte een kantelmoment. De hopeloos achterhaalde artikels wat de ‘promotie’ van voorbehoedsmiddelen betrof werden uit het Strafwetboek gehaald. Maar wat met opzettelijke zwangerschapsonderbrekingen of abortus provocatus? De Antwerpse socialist Willy Calewaert had al in 1971 een wetsvoorstel ingediend om abortus te legaliseren. Zoals verwacht bleef dit zonder direct resultaat. De Katholieke Kerk wou er niet aan denken om zo een uiting van zedenverval te kunnen toestaan. Zo modern was ze met het Tweede Vaticaans Concilie nu ook weer niet geworden. Maar toch hadden Calewaert en Peers iets in beweging gezet. Ook de robuuste PVV-ster Lucienne Herman-Michielsens begon zich met de zaak te bemoeien, met in haar kielzog Roger Lallemand van de PS.
Na veel vijven en zessen kwam de abortuskwestie op het bord van de regeringen Martens.
Premier Wilfried Martens, wiens brillenglazen per legislatuur alleen maar in omvang leken toe te nemen, zat met de zaak verveeld. Zijn Christelijke Volkspartij was de hoeder van katholieke volksgeest van de Vlaming – zo leek het althans toch in die jaren. In vrijzinnige middens was ‘CVP-er’ haast een scheldwoord, dat evenzeer beledigend was als ‘tsjeef’, ‘kaloot’ of ‘sis’. Aan vrijzinnige zijde was de ergernis over de vermaledijde ‘CVP-staat’ groot. Subtiliteit en nuances waren soms zoek: één van de tijdschriften van de Humanistische Jongeren ging ergens in de jaren 1970 ooit de deur uit met een afbeelding van Leo Tindemans, omgeven door hakenkruisen.
Tegen het einde van de jaren 1980 leek het tij te keren. De doorsnee Vlaming trok zich veel minder van de katholieke besognes aan dan een generatie eerder, en op politiek vlak maakten ambetanteriken zoals Guy Verhofstadt, José Happart en de rooie rakkers van De Morgen het de CVP-hegemonie knap lastig. Maar toch: op cruciale momenten werd het katholiek karakter van Vlaanderen in de verf gezet. Zo hadden de vrijzinnige verenigingen het pausbezoek van mei 1985 nauwelijks verteerd. Johannes Paulus II werd door de gestelde lichamen als een halve rockster onthaald, hoewel de georganiseerde vrijzinnigheid kosten nog moeite spaarde om haar ongenoegen te laten blijken. Een astronomisch bedrag aan verzendkosten werd betaald om protestbrieven aan allerhande instanties te bezorgen, maar tevergeefs. Het was tegen die achtergrond dat een zwaarwichtig ethisch dossier als abortus op tafel kwam.
In het parlement leek het alsof het ene wetsvoorstel na het andere werd ingediend om de kwestie uit de onwettigheid te halen. De inkt van het voorstel van Lallemand was nog niet droog of daar stond Léona Detiège al met haar ideeën. Nog in 1987 bezwoer de CVP dat abortus te allen tijden verboden moest blijven. Tenzij de zwangerschap ernstige en blijvende schade voor de vrouw zou inhouden. De abortuskwestie joeg niet enkel de christendemocraten in de gordijnen. Toeval of niet, maar de nacht vóórdat Roger Lallemand een praatje over de zaak zou houden in de maçonnieke beslotenheid van de Lakensestraat in Brussel ging er een bom af. In een straal van meerdere meters sloegen alle ruiten aan diggelen. De daders werden trouwens nooit gevonden. Sommigen dachten dat de CCC erachter zat: de communisten moesten traditioneel niets van de salonsocialisten van het Grootoosten weten. Anderen wezen een beschuldigende vinger richting Pro Vita. De militante anti-abortusliga kon niet meteen van fijnzinnigheid verdacht worden. In die jaren stuurden ze zelfs foto’s van geaborteerde foetussen naar de krantenredacties om de nodige horror op te wekken. Zelfs de meest rabiate kattekoppen van de CVP waren koorknapen vergeleken met de fundamentalisten van Pro Vita. Hoe dan ook: had het springtuig haar impact een half metertje meer naar rechts gekend dan had deze de gasleiding geraakt. Om de woorden van Grootmeester Sylvain Loccufier te parafraseren: de halve straat was dan in de lucht gegaan.
Intussen was Wilfried Martens aan zijn achtste regering begonnen, met de steun van de PS, SP en de Volksunie. Gesmeed door onderhandelaar Jean-Luc Dehaene werd er, in de finale nacht vóór de afkondiging van het regeerakkoord, nog drie uur gepalaverd over de abortuskwestie. Het finale wetsvoorstel van Lallemand en Herman-Michielsens was immers op 19 april 1988 neergelegd. De nieuwe regering nam zich voor om, vóór het einde van het jaar, met een oplossing te komen. Vanaf dan werd de uitputtingsslag tussen voor- en tegenstanders in de media uitgevochten. Partijvoorzitters, would-be partijvoorzitters, eerste- en tweederangs opiniemakers en zo nu en dan een verloren gelopen academicus kregen een microfoon onder de neus geduwd om hun mening over deze delicate kwestie met het volk te delen.
Jaak Gabriëls – toen Volksunie, later VLD en nu vergetelheid – pleitte voor respect voor het ongeboren leven maar ook even zeer voor respect voor ieders mening. Eric en Herman Van Rompuy – de 20e-eeuwse incarnaties van de gebroeders Dechamps – bleven hameren op het grote taboe dat abortus was. Het Vaticaan en de Belgische bisschoppen schermden met hel en verdoemenis en de onbespreekbaarheid van zwangerschapsonderbreking. De proffen geneeskunde van de KULeuven noemden abortus zowat medisch onverantwoord. Gazet van Antwerpen, spreekbuis van conservatief rechts, had het onzalige idee om norbertijn Werenfried van Straaten – alias de spekpater – om diens mening te vragen. De spekpater, die overal communistische complotten zag, meende dat de legalisering van abortus de weg vrijmaakte naar de rehabilitatie van Hitler. En o ja, het Vlaams Blok was ook tegen. Maar die partij was eigenlijk tegen alles behalve Vlaamse onafhankelijkheid.
Zoals typisch voor het Belgisch politiek gebeuren geraakte de zaak natuurlijk niet opgelost vóór de jaarwissel met 1989. De vrijzinnige neuzen in Kamer en Senaat stonden uiteraard pro-abortus, vonden bondgenoten bij de Volksunie en enkele groenen, en brachten zo de christendemocraten en het Vlaams Blok in de minderheid. De kwestie sleepte intussen langer aan dan een doorsnee regeringsvorming. Bij premier Martens brak het angstzweet uit. De zomer ging voorbij, een nieuw parlementair jaar brak aan en pas in het voorjaar van 1990 kwam het effectief tot stemming. De CVP/PSC waren door hun coalitiepartners voor schut gezet; het wetsvoorstel had het gehaald. Maar nu moest Martens de finale hindernis nemen: Boudewijn overhalen om zijn handtekening onder de nieuwe wet te plaatsen.
Stricto senso was dit een formaliteit. Maar de koning had eerder al aan Martens laten weten dat zijn geweten hem ervan weerhield om te tekenen. Door zijn lange staat van dienst leek Boudewijn onaantastbaar. Met knikkende knieën trok de premier naar Laken. En effectief: er werd niets ondertekend. Snel moest er een oplossing worden gezocht. Gelukkig beschikte België over een zeer ruim interpreteerbare Grondwet. En zo werd Boudewijn via een constitutionele hocus-pocus voor 48 uur aan de kant geschoven, lang genoeg voor de voltallige regering om in naam van de afwezige vorst de abortuswet te bekrachtigen. De wet van 3 april 1990 is zowat de enige die niet door het geheel van de Belgische regering werd ondertekend. Het leek wel een goddelijke ironie dat uitgerekend de christendemocraten op die manier gedwongen werden om de abortusregeling letterlijk te onderschrijven.
Aan vrijzinnige zijde leek men door de krachttermen heen te zitten om deze toestand te verwoorden. Tot dan toe werd alle geschut gericht op de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders en de katholieke personaliteiten en verenigingen. Nu kwam Boudewijn, en in het verlengde daarvan het hele koninklijk instituut, in de vrijzinnige vuurlinie te liggen. Een veertig jaar lang opgebouwd vertrouwen lag in scherven. De communicatiemedewerkers van de vrijzinnige verenigingen leken wel in overdrive te gaan. Ook kersvers HV-voorzitter Loccufier kon voor een keertje niet lachen. Het Humanistisch Vrijzinnig Vormingswerk, een spin-off van het Humanistisch Verbond, riep op tot troonsafstand: Boudewijn had zich immers als halve CVP-er geuit. Of nog erger: als aanhanger van het Davidsfonds, dat bij monde van voorzitter Lieven van Gerven regelrechte beledigingen aan het adres van de vrijzinnigen had geuit. De Unie Vrijzinnige Verenigingen meende dat de vorst, Tindemans-gewijs, de Grondwet als een vodje papier had beschouwd. Haar Franstalige tegenhanger, het Centre d’Action laïque, liet meteen weten haar kat te zullen sturen naar de gepland koninklijk jubileum. De Oudstudentenbond van de VUB dreigde ermee Boudewijns erelidmaatschap in te trekken – wat echter niet kon gebeuren omdat de koning helemaal geen OSB-erelid bleek te zijn. En zo had zowat iedere vrijzinnige vereniging, gaande van het August Vermeylenfonds en het Willemsfonds tot de HVV-afdeling van Langemark-Poelkapelle, een mening over het koninklijk manoeuvre.
Zette dit veel zoden aan de dijk? Enkele weken later was het voor alle betrokken partijen weer business as usual. Boudewijn was in zijn functies hersteld, Wilfried Martens zag voor een keertje zijn regering overeind blijven en de vrijzinnigen gingen over tot de quasi-heiligverklaring van Lucienne Herman-Michielsens, die in 1991 de Prijs Vrijzinnig Humanisme mocht ontvangen.
Door het plotse overlijden van Boudewijn in de zomer van 1993, en de collectieve zinsverbijstering die daarop volgde, leek de mini-Koningskwestie herleid te zijn tot een voetnoot in de Belgische politieke geschiedenis. Wat er in die bewuste dagen tussen vorst en premier werd gezegd blijft verhuld door het colloque singulier. Wat er tussen vrijzinnigen onderling werd gezegd is – meestal – minder verhuld. Er is dus hoop voor de historicus, die de zaken doortastender aanpakt dan ondergetekende.
Jimmy Koppen
maandag 9 februari 2015
Masonica 2015: het programma
Op zondag 26 april 2015 vindt de tweede editie van Masonica plaats. Opnieuw als twee jaar geleden stellen het Grootoosten van België en het Belgisch Museum van de Vrijmetselarij hun lokalen ter beschikking. Masonica is een combinatie van een boekenbeurs met rondetafelgesprekken en voordrachten, die allemaal over het thema van vrijmetselarij gaan. Er zullen informatiestands zijn van de zes vrijmetselaarskoepels van dit land, die dit evenement trouwens mee organiseren. Masonica is het geesteskind van Jiri Pragman, voormalig webmaster van hiram.be, in samenwerking met het Belgisch Museum van de Vrijmetselarij en de Etterbeekse boekhandel La Cale Sèche. Op een paar eenzame uitzonderingen na verloopt het evenement in het Frans - wat vrij logisch is, gezien de hoge productie van Franstalige literatuur over vrijmetselarij. Ondergetekende zal er zijn Paradox van Vrijmetselarij signeren en om 13u00, in de Middentempel, een uiteenzetting geven over vrijmetselarij in Vlaanderen. Het volledige en voorlopige programma staat onderaan.
CONFÉRENCES
10:30-11:45
Psychanalyse & imaginaire maçonnique
Temple Bleu (10h30-10h45). Psychanalyse et imaginaire maçonnique. Avec:
- Frédéric Vincent, prix IMF 2014
15:30-16:15
Franc-maçonnerie & tradition
Temple Bleu (15h30-16h15). FM & tradition. Avec:
- Dominique Jardin, prix IMF 2014
STANDS
9-17
Stands d’obédiences
Les obédiences maçonniques belges (Grand Orient de Belgique, Fédération Belge du Droit Humain, Grande Loge Féminine de Belgique, Grande Loge de Belgique, Grande Loge Régulière de Belgique, Lithos Confédération de Loges) disposeront d’un stand dans la salle Somville (jouxtant le Grand Temple). Elles répondront aux questions du public.
9-17
Stands divers
Grand Temple. Stands de:
- revues maçonniques (Critica Masonica, Points de Vue Initiatique, Papeles de Masonería)
- association (GITE)
- artistes (Ferenc Sebök, Bernard Diagre, Willem Van den Bossche) ou artisans maçons (Miriana.be, Le Chat sous l’Acacia)
- vente de livres anciens (Arca Librairie), d’antiquités ou produits maçonniques (La Commanderie, Antiquariaat Clemens Hondtong, Pythagoras).
MUSÉE BELGE DE LA FRANC-MAÇONNERIE
9-17
Visites du Musée belge de la Franc-Maçonnerie
A titre exceptionnel, le Musée belge de la Franc-Maçonnerie sera ouvert le dimanche 26 avril 2015 de 9h à 17h à l’occasion de Masonica 2015. Tout au long du parcours, des personnes-ressources seront à la disposition des personnes qui souhaitent en savoir davantage sur les pièces exposées. Elles pourront répondre aux questions en français, en néerlandais ou en anglais.
La collection permanente du Musée belge de la Franc-Maçonnerie regroupe divers objets (décors, bijoux, vaisselles, livres) du XVIIIe siècle à nos jours, ainsi que des décors maçonniques, des diplômes, des peintures… L’exposition temporaire Rituels et Colonnes en Harmonie abordera le thème de la musique maçonnique, particulièrement en Belgique et à Bruxelles, à travers des partitions, recueils de chants, tableaux, caricatures, portraits de musiciens réalisés par des artistes maçons comme Charles Baugniet et Félicien Rops, des instruments et bijoux illustrant le travail des colonnes d’harmonie… Parmi les musiciens mis en valeur, Frans Van Campenhout, le compositeur de la Brabançonne, l’hymne national.
TABLES RONDES
15-15:45
Histoire & franc-maçonnerie
Temple Moyen (15h-15h45). Histoire & FM. Un historien de la franc-maçonnerie doit-il être historien et franc-maçon? La maçonnologie est-elle instrumentalisée? Avec:
14-14:45
Caricatures maçonniques & antimaçonniques
Temple Moyen (14h-14h45). Peut-on tout dessiner? Avec les dessinateurs:
13-13:45
Vrijmetselarij in vlaanderen
Temple Moyen (13h-13h45). Vrijmetselarij in Vlaanderen (Franc-maçonnerie en Flandre). Avec:
- Jimmy Koppen, De paradox van vrijmetselarij
14-14:45
Antimaçonnisme & théories du complot
Temple Moyen (12h-12h45). Antimaçonnisme & théories du complot. Avec:
- Eric Giacometti, Le règne des Illuminati
- Bernard Murraciole, Vous avez dit… Léo Taxil?
- Jiri Pragman, L’antimaçonnisme actuel
11-11:45
Bande dessinée et franc-maçonnerie
Temple Moyen (11h-11h45). BD & FM. Avec:
- Joël Gregogna & Manuel Picaud, Bande dessinée, imaginaire & franc-maçonnerie
- Didier Convard & Denis Falque, séries Le triangle secret, INRI, Hertz, Les gardiens du sang
10-10:45
Polar & thriller maçonniques
Temple Moyen (10h-10h45). Le meurtre doit-il être (anti-maçonnique)?La vague du thriller ou polar maçonnique s’est fait forte dans la mer du livre-enquête ésotérique. Faut-il craindre le ressac? Le genre ne s’appuie-t-il pas sur les ingrédients qui nourrissent l’antimaçonnisme? Avec:
- Jean-Luc Aubarbier, L’échiquier du Temple
- Willem Dembosse, Trois points de mire
13:30-14:15
Revues maçonniques
Temple Bleu (13h30-14h15). A l’heure de l’Internet, les revues maçonniques ont-elles encore un intérêt et un avenir. Avec:
- Hélène Cuny, Franc-maçonnerie magazine
- Pierre Mollier, Renaissance Traditionnelle
- Jean-Pierre Bacot, Critica Masonica
- Eric Algrain, Humanisme, La Chaîne d’Union, Chronique d’histoire maçonnique
14:30-15:15
Fonds maçonnique/bibliothèques de loges
Temple Bleu (14h30-15h15). Quel fonds maçonnique dans une bibliothèques de loges? Comment garnir les rayons d’une bibliothèque de loge maçonnique? Sur quelles bases acquérir des ouvrages pour les apprentis, compagnons, maîtres, officiers de Loge? Avec:
- Irène Mainguy, auteure et bibliothécaire au GODF
- Frank Langenhaken , Centre de Documention maçonnique (CEDOM)
16-16:45
Femmes & franc-maçonnerie
Temple Moyen (16h-16h45). Les femmes sont-elles initiables ou la « véritable » franc-maçonnerie ne peut-elle que masculine? La mixité ou le mixisme devraient-ils être la règle? Ou chacun(e) doit-il avoir le choix? Pourquoi moins de femmes que d’hommes en maçonnerie?… Avec:
- Marie-Dominique Massoni, auteure de Femmes et initiations, directrice de la collection Voix d’initiées de la Grande Loge Féminine de France chez Conform Editions
- Tristan Bourlard, auteur de Le petit abécédaire du féminisme selon Maria Deraismes et Maria, ma sœur
DÉDICACES
9-17
Dédicaces
57 auteurs seront présents pour dédicacer leurs ouvrages:
Magali Aimé, Pierre-Valéry Archassal, François l’Arpenteur, Jean-Luc Aubarbier, Pierre Audureau, Michel Bastiaensen, Francis Baudoux, Pierre-Yves Beaurepaire, Philippe Benhamou, Jean-Michel Benne, Jean-Pierre Bocquet, Tristan Bourlard, François Cavaignac, Didier Convard, Arnaud de la Croix, Roger Dachez, Claude Darche, Baudouin Decharneux, Willem Dembosse, Elmehdi Elkourti, Denis Falque, Jacques Fontaine, Dominique Jardin, Henri Gallois, Michel Gergeay, Eric Giacometti, Christian Ghislain, Joël Grégogna, Percy-John Harvey, Charles B. Jameux, Jissey, Nathalie Kaufmann–Khelifa, Jimmy Koppen, Laurent Kupferman, Philippe Langlet, Irène Mainguy, Marie-Dominique Massoni, Daniel Menschaert, Philippe Michel, Pierre Mollier, Bernard Muracciole, Boris Nicaise, Pierre Pelle Le Croisa, William Pesson, Manuel Picaud, Alain Pozarnik, Jiri Pragman, Jacques Ravenne, SaT, Patrick Sautrot, Viviane Starck, Hubert Thébault, Catherine Teman, Jean van Win, Paul Vandevijvere, Laurence Vanin, Jean Verdun.
LIBRAIRIE
9-17
Librairie
Grand Temple. Vente d’ouvrages maçonniques à la librairie de Masonica assurée par La Cale Sèche.
Abonneren op:
Posts (Atom)