Onder het motto: beter laat dan nooit toch nog een kort verslag van het Londens congres van 23 en 24 oktober 2009. Dat weekend organiseerde het Canonbury Masonic Research Centre van Londen haar 11de internationale conferentie, dit jaar met als thema “The Origins of Freemasonry”. Organisator Matthew Scanlan stelde, in samenwerking met Andreas Önnerfors van de Universiteit van Sheffield, een mooi programma samen dat op vrijdagavond werd ingeluid met een vertoning van The Scottish Key, in aanwezigheid van filmmaker Tristan Bourlard, aan het University College London (UCL). Deze vooravond was een echte voltreffer: de meeste sprekers waren al aanwezig, samen met een vrij talrijk publiek, en lokte meteen een debat uit over mythes, veronderstellingen en percepties van de pre-1717-vrijmetselarij. Dit zette de toon voor de volgende twee dagen.
Zaterdagochtend mocht José Ferrer Benimeli, zeg maar de éminence grise van het maçonniek onderzoek, de spits afbijten met een keynote over de religieuze oorsprong van vrijmetselarij. Ondergetekende heeft evenwel de voormiddagsessie met vervolgens John Hamill (United Grand Lodge of England), David Harrison (University of Liverpool) en Peter Kebbell (Bristol University) in het geheel moeten missen wegens verplichtingen aan de balie beneden. Dank trouwens aan Matthew Scanlan om mij bij deze praktische taken te betrekken. In de namiddagsessie had ik wel het geluk opnieuw Margareth Jacob van de universiteit van Los Angeles te beluisteren. Ik had haar al eens op de eerste editie van de ICHF in Edinburgh gehoord wat veel indruk maakte (zie mijn blogpost hierover eerder). Ook nu weer bood Jacob een intrigerende lezing met als ietwat provocerende startquote: “Why do the origins of Freemasonry matter?” (Deed mij zo een beetje denken aan een uitspraak van sir David Attenborourgh bij aanvang van een van hem gepresenteerde natuurdocumentaire: “Does it matter that endangered species die out?” – om dan vervolgens de hele uitzending op te hangen aan het bevestigen van deze vraag.) Jacob schetste vooral het intellectueel en internationaal milieu waarin de hedendaagse vrijmetselarij in de 17e en 18e eeuw tot stand kwam. Ik kijk alvast uit naar haar komst naar Brussel in december 2010.
Een ander memorabel moment werd op zondagochtend door David Stevenson, emeritus van de University of St.Andrews, gegeven. Stevenson leverde meer dan twintig jaar geleden baanbrekend werk af met zijn studie naar de oorsprong van de Schotse vrijmetselarij, tracerend naar oudere gilden. Stevenson is een zeer rustig spreker, soms wat langzaam misschien, maar die wel erin slaagt de aandacht van het publiek vast te grijpen en te houden met een bijzonder samenhangend verhaal waarin hij de maçonnieke symboliek (“Circles and straight lines: compasses and squares”) in een letterlijke context plaatste. Het was opmerkelijk stil in de zaal, waarbij de sereniteit enkel doorbroken werd door een irritante gsm met muzak-Tsjaikovsky. Het lokte bij de minzame en geconcentreerde Stevenson zowaar een dansje uit.
Michael Baigent en Jan Snoek (Universiteit van Heidelberg) |
David Stevenson, Harriet Sandvall (bibliotheek en museum van UGLE), Andrew Pink (University College London) en Martin Cherry (bibliotheek en museum UGLE) |
o.a. John Acaster, Andrew Prescott (University of Glasgow) en Diane Clemens (bibliotheek en museum UGLE) |
Vermeld ik volledigheidshalve nog Robert Collis, Nathalie Bayer, Andrew Prescott, Susan Sommers en Frank Albo als enkele van de andere sprekers – nogmaals: door aanwezigheid aan het onthaal en de boekenstand heb ik slechs een paar van hen kunnen beluisteren. Ongeveer een honderdtal personen waren op deze tweedaagse aanwezig, waarbij het niveau van de papers opmerkelijk hoog lag. Ik moet ook hiervoor organisator Matthew gelukwensen: het is beslist geen evidentie om zo een bijeenkomst zowel praktisch als inhoudelijk te regelen. Ik moet er ook aan toevoegen dat sprekers en toehoorders op culinair vlak goed gesoigneerd werden; toch wel opmerkelijk wetende dat we in Engeland zitten. Ik had tijdens het diner op zaterdagavond trouwens de eer en genoegen de tafel te mogen delen met onder andere Nevile Barker Cryer, 60 jaar vrijmetselaar en 60 jaar dominee. Een groot man met een erudiete kennis, aanstekelijk enthousiasme, grote liefde voor zijn vak en dito stemgeluid. Dit soort momenten maken studiedagen en congressen extra de moeite waard.