Vorige vrijdag heb ik mij enkele nieuwe boeken aangeschaft. Graag wil ik er eentje belichten: Hiram aan de Schelde van Kris Thys. Het boek is het resultaat van een uit de hand gelopen artikel over vrijmetselarij in Antwerpen. De auteur had voldoende bronnenmateriaal om deze geschiedenis van 250 jaar in een boek te gieten. Het resultaat is qua inhoud een overzichtelijk werk dat zowel de blauwe als de hogere graden behandelt. Vooral de stukken over de hogere graden zijn interessant, omdat de auteur erin slaagt de lezer mee te nemen in de erg complexe wirwar van grootmachten die na de Tweede Wereldoorlog ontstonden en werden ontwikkeld. Hoewel Thys zijn boek vanuit een regulier standpunt schrijft - mee onderstreept door het voorwoord van gewezen RGLB-Grootmeester Jan Corbet - neemt de auteur dit nooit expliciet in: andere Obediënties worden gelijkwaardig behandeld. Dat kan ook moeilijk anders, aangezien de Antwerpse werkplaatsen voor het overgrote deel van hun geschiedenis onder GOB-jurisdictie vielen. Deze opvatting is heel wat anders dan deze die Piet Van Brabant hanteerde, waarbij hij de irregulariteit van de meerderheid van de Belgische vrijmetselarij niet onder stoelen of banken stak. Thys is daarentegen goed geïnformeerd, op de hoogte van de belangrijkste literatuur en heeft de nodige (interne) bronnen geanalyseerd. Hij trekt de lijn ook door tot vandaag.
Thys situeert meerdere Antwerpse loges, mét adresgegevens (typisch voor regulieren) en verwijzingen naar ledenlijsten en statuten. Op geregelde tijdstippen geeft de auteur korte biografische gegevens van verschillende markante Antwerpse vrijmetselaars. Over het algemeen richt het boek zich niet meteen op de geïnteresseerde leek: enige 'maçonnieke' voorkennis is wel nodig, al was het maar om het veelvuldig gebruik van enig maçonniek jargon en de geschiedenis van de vrijmetselarij in België in het algemeen te kunnen vatten.
Het boek heeft echter enkele tekortkomingen. Naast de 'klassieke' referenties zoals M. De Schampheleire, B. Van der Schelden, J. Bartier, R. Grignard en J. Tyssens wordt K. Poma als 'pseudo-historicus' hier en daar aangehaald. Qua vorm is het bijzonder storend dat de zetter gebruik maakt van én voetnoten én bibliografische verwijzingen tussen haakjes in de tekst. Dit belemmert de vlotte leesbaarheid - en het boek is nu nét vlot geschreven. Op sommige momenten wordt dit vlotheid wel ook door de auteur zelf doorbroken. Soms worden er nieuwe gegevens aangehaald, maar niet verder uitgewerkt (bv. p.86: de Verbroedering van de Belgische en Nederlandse grensloges). Het boek verwijst ook naar maçonnieke activiteiten elders in de provincie. Het was misschien beter geweest zich enkel op de stad Antwerpen te concentreren. Gezien de aanwezigheid en het belang van loges zoals Les Amis du Commerce et La Persévérance réunis en Marnix van Sint Aldegonde was dit een logische keuze geweest. Ook het ontbreken van een algemene conclusie, waar al de aandachtspunten uit 250 jaar geschiedenis, en de spanning tussen de spiritualiteit van de hogere graden en de wereldsheid van de blauwe vrijmetselarij worden samengebald, is jammer.
Het boek heeft echter voldoende kwaliteiten die de (maçonniek) historicus kunnen aanspreken.
THYS (K.). Hiram aan de Schelde. 250 jaar vrijmetselarij te Antwerpen. Antwerpen/Rotterdam, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, 2006, 192 p., ill., € 19,50.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten