Op dinsdag 5 februari doceerde Anton van de Sande zijn laatste college als bekleder van de Leerstoel Vrijmetselarij aan de Universiteit Leiden. Ondergetekende had de eer bij deze gelegenheid aanwezig te mogen zijn in de mooie Academiezaal van Nederlands oudste universiteit. “Klokke 16u15” stond als aanvangsuur op de uitnodiging genoteerd. Een archaïsche bewoording om duidelijk te maken dat ze in Leiden nog nooit van het “academisch kwartiertje” hadden gehoord. Onderwerp van het afscheidscollege: natievorming, monarchie en vrijmetselarij. Samengevat behandelde van de Sande in dit college de rol van de loges in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830), waarbij Willem I zijn tweede zoon Frederik, amper 19, met lichte dwang naar voren schoof als Grootmeester Nationaal van het Grootoosten der Nederlanden. Eigenlijk werd er niets nieuws in deze voordracht gegeven, maar het was wel eens aangenaam het hele verhaal in een halfuurtje gebundeld te horen. De gevierde liet wel een paar steken vallen op het vlak van de chronologie: zo vermeldde van de Sande dat de Gentse werkplaats Le Septentrion nog tot 1881, dus tot aan het overlijden van prins Frederik, onder het Grootoosten der Nederlanden bleef ressorteren. In werkelijkheid duurde dit tot 1883, tot aan de dood van Achtbare Meester en overtuigd orangist Hyppoliet Mettepenninghen. Maar goed, dit zijn details die vakidioten zoals mijzelf weten te onderscheiden. Het was trouwens geen verrassing dat van de Sande uitgerekend prins Frederik belichtte: sedert jaar en dag werkt de man aan een biografie van de prins, “de enige normale Oranje uit de 19e eeuw,” waarover met de beste wil van de wereld geen enkel schandaal of bizar feit te melden is. Vandaar dat ook niemand vandaag hem nog kent. Ik ben echt benieuwd wanneer die biografie nu eindelijk te boek zal worden gesteld. Ik verwachtte trouwens dat van de Sande, na een kleine 7 jaar de Leerstoel te hebben bekleed, het zou hebben over de wetenschappelijke discipline die de “maçonologie” in de loop van die tijd is geworden, of dat hij daar ten minste zijn eigen visies op zou geven. Maar dit gebeurde niet. Misschien is dit iets voor de inaugurale reden van zijn opvolger Malcolm Davies, waarvan bij mijn weten nog niet bekend is wanneer die precies zal plaatsvinden.
Anton van de Sande werd na afloop van zijn uiteenzetting nog gehuldigd door Diederik Van Rossum, zittend Grootmeester Nationaal, die hem namens het Hoofdbestuur van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden de zelfs voor de vrijmetselarij uitermate geheime en zeer zelden uitgereikte Bronzen Erepenning der Verdienste mocht uitreiken. Deze penning is zo zeldzaam dat er eigenlijk niemand ooit van had gehoord. Je kan je de vraag stellen wat je moet presteren om de gouden versie ervan te mogen meenemen.